Vanwege de grijze waas en de zeer rijke, vroege bloei een van de beste struikvormige tijmen.
Groeit als een dwergheestertje met spits grijs blad. Snoeien na de bloei in de zomer, niet te kort voor de winter.
Omwille van de bijtjes, de bloemen en het heerlijke struikje, minder geschikt voor de keuken.
Deze gewone inheemse kruiptijm hebben we maar weer eens gezaaid. Dat levert lekker volle wat variabele planten op.
Een gemakkelijke plant voor droge zonnige plekjes.
Je kunt ze laten verwilderen, eventueel ook in een arme kalkrijke grasberm zoals die van ons.
Deze staat ook op het groendak van de bijenstal op het hoogste punt van onze kwekerij.
En alweer een van de beste platte kruiptijmen.
Volledig plat, lekker rijk bloeiend met donker rode bloemen. In de avond schemering met wat speciaal licht soms vervreemdend fel rood.
Erg purper en makkelijk.
Gekregen onder een andere naam maar gecorrigeerd naar het bovenstaande. (sorry)
In deze groep is naamgeving nog een rommeltje; aanleiding tot veel discussie. Het geslacht is nog volop in beweging. Ik raak er ook regelmatig van in de war.
De bloemetjes zijn klein en diep purper-roze van kleur en talrijk. Met z'n allen maken ze er een hoos van, behalve bloemen zie je dan niets.
Een sterke, groeikrachtige, bladhoudende, bodembedekkende kruiper.
Een nieuwe kruiptijm uit zaad met een wat fellere kleur dan de originele wilde.
Licht geurend en volledig plat groeiend.
Makkelijk spul mits het stevig vriest.
De platte uitvoering van 'Elfin', hoewel ook deze zich uiteindelijk in een bolletje omhoog kan stuwen.
Deze klassieke fijne kruiptijm, of looptijm. is een trage groeier met klein nauwsluitend blad. Een goede en betrouwbare strakke bodembedekker voor de volle zon.
Compact en plat, sterk.
Wollig, diep olijfkleurig blad en een feestelijke hoos van opvallende fris roze bloemen in juni.
Probleem kan zijn; de overdreven rijke bloei. Bij ongunstig (nat) weer willen ze zich nog wel eens bijna kapot bloeien.
Maar meestal herstellen ze zich prima na een regen opdoffer.
Bloemenfeest dus.
Als deze bloeit is het blad onder de bloemen niet meer te zien. De sneeuwwitte bloemen hebben liever niet te veel regen, dat is logisch.
Gelukkig voor de naar nectar zoekende insecten is deze schoonheid goed vast.
Als het weer een klein beetje meevalt is dit rijkelijk sneeuw voor de de zon.
Vermoedelijk is dit een zeer oude cultivar uit 1914 van Six Hills Nursery. Maar in al die jaren wil wel eens wat verwisseld worden.
Dus we houden de aanduiding vaag.
Donkergroen blad en donkerroze bloemen. Sterk en betrouwbaar. In de winter kleurt het blad antraciet.
Vroeg en bijzonder rijk bloeiend.
Zeer plat.
In de verte op lavendel lijkende geur. Vandaar de volksnaam.
Compacte groei in een klein hoekig bolletje dat mooi vol blijft in het hart
Driehoekig blad als bij T. carnosus en T. camphoratus maar dan wat fijner.
Kan net als citroentijm wat last hebben van strenge vorst.
Bijzonder zeldzaam en geurig.
Een wild gevonden heerlijke warm en fruitige keukentijm.
Ze hebben daar in het wild in de Haute Provence heel veel verschillende geurtjes. Ik kan daar eindeloos rondsnuffelen.
In de winter is het waar ze groeien veel kouder dan hier. Maar ook niet erg nat.
Dus hoe kouder hoe beter, mits hoog en droog.
Voor je mediterrane gerechten zijn deze tijmsoorten subliem.
Bijzonder geschikt voor keukengebruik.
Sterk lijkend op Thymus vulgaris 'Compactus' maar met een iets mooiere uniform ronde compacte habitus en wellicht ook wat welriekender.
Voor de professionele tijm kweker en tijm gebruiker.
Dit is je professionele keukentijm.
Dit schatje wordt wel mediterraan maar eigenlijk is het een subtropische soort uit Azië. Ze doen het bij ons nog best prima in de volle grond tegen een zuidmuur op een beschutte plek. Je kunt ze ook in een pot zetten en koel, met licht overwinteren.
Deze is nieuw, de witte hadden we al veel langer en staat ook al jaren in onze tuin.
Van jasmijn krijg je nooit genoeg.
Nu ik lees dat ze door Christopher Loyd en Fergus Garrett in het wild werd gevonden in Turkije begrijp ik waarom ik meteen zo enthousiast werd toen ik haar voor het eerst zag.
Ze bloeit explosief en lang en is sterk vertakkend vanuit dikke stengels. Bovendien is ze goed vast.
Opnieuw een uitstekend medicijn tegen geelvrees.
Een stevige vaste toorts in een warme kleur.
De bloemen zijn licht okergeel met een rood hart. In de Cotswolds wordt aardig wat aangerommeld met Verbascum met heel aardig resultaat.
De meeste soorten Verbascum zijn vast en leven en bloeien altijd meerdere jaren, maar de meest bekende zijn tweejarig. Dat lijdt tot verwarring.
De onze zijn allemaal vast, tenzij duidelijk anders vermeld.
Deze dwerg Verbascum is een kort levende vaste plant.
Bijzonder is het purperrode hart van de gele bloemen. Ze kan voorin je border of in potten gecombineerd met andere leukerds zoals Salvia in een gekke kleur.
Ze doet mij denken aan Verbascum chaixii. Ik heb niet kunnen achterhalen hoe verwant ze daar mee is.
Deze grote toorts met grijsgroen blad in een rozet heeft heerlijk zacht gele bloemen aan vertakkende stengels.
Ze maakt geen zaad en bloeit daardoor zeer lang.
Het is een kort levende vaste plant die wordt vermeerderd door wortelstek.
Door de RHS onderscheiden met een Award of Garden Merrit.
Vaste toortsen zijn kort levende vaste planten. Dat betekent dat je er, als ze op de juiste plek staan, tot wel 10 jaar lang plezier van kunt hebben. Ze hebben een voorkeur voor zandige of doorlatende kalkhoudende grond.
Ze zorgen voor een verticaal, bloemrijk hoogtepunt in je combinaties met schotelvormige bloemen of schermbloemigen.
A lot less lavender though than I expected.
Deze fijne luchtige toorts komt wild voor van Zuid Europa en Noord Afrika via Afghanistan tot Siberië. Ze staat in de winter niet graag al te nat, maar is ook bij ons volledig winterhard.
Vlinders en bijen zijn er dol op. 'Blatta' is latijn voor mot.
Het blad-houdende rozet is leuk gekroesd.
Tweejarig of kort levend, dus wel laten uitzaaien.
Vaste toortsen zijn heerlijk combineer spul, toepasbaar in elke type border, samen met bijvoorbeeld Salvia, Geranium, of Echinacea.
Ze zijn wel kritisch op de grondsoort. Op onvoldoende doorlatende grond leven ze maar kort.
Zeer bruikbaar romig kleurtje ook.
En natuurlijk weer een introductie van Thierry Delabroye, dan weten we dat het goed is.
De bijzondere witte vorm is net zo aantrekkelijk voor bijen en vlinders als de gewone monnikspeper en heeft datzelfde sierlijk gesneden handvormig en geurige blad maar dan met een zilveren waas.
Ze kan in strenge winters wat invriezen. Maar herstelt zich daar prima van.
Atheense vrouwen zouden het blad in bed hebben gelegd om kuisheid te bewaren tijdens het feest van Ceres. Nog steeds is ze in gebruik als medicijn ter regulering van de geslachtshormonen huishouding.
Als monnikspeperfan kan ik het niet laten er een compleet sortiment van te vermeerderen. Nadat we op Kreta door heerlijke geurende Vitex bossen hebben gewandeld ben ik helemaal verkocht.
Inmiddels hebben we er heel wat in onze tuin die het allemaal prima doen.
Deze roze vorm kom je maar zelden tegen.
Snoei ze net als Buddleja in het voorjaar.
Dit is een van mijn favoriete mediterrane planten. Ze is betrouwbaar, heeft historie, is geneeskrachtig, heeft geweldig handgeveerd blad en een fantastisch diepe bloeikleur.
Deze ondersoort 'latifolia' is extra intens van kleur. Ze staat al vele jaren in onze tuin. De punten vriezen soms wat in, maar je moet ze toch elk voorjaar terugsnoeien. Als bij vlinderstruik, maar iets minder diep.
Iedereen is dol op haar.
Vroeger in het westland in kassen geteeld. In Hampton Court staat een exemplaar dat in1768 werd geplant door Lancelot 'Capability' Brown en nu nog volop vrucht draagt.
Vroeg, grote opbrengst, dikke trossen.
Als er erg veel vruchten in de tros zitten kleuren ze minder door. Ze zijn dan wel rijp en zoet. Gevoelig voor meeldauw, dus wel wat verwennen.
Best in de kas of zeer zonnig tegen een warme muur.
'Heike' is een ziekteresistente heerlijk zoete pitloze roze-rode tafeldruif. De trossen hoeven niet te worden gekrent (uitdunnen). Oogstbaar vanaf begin september.
Het is een modern ras met een goede opbrengst.
Alle druiven zijn zelf bestuivend.
Ze moeten worden aangebonden, de uiteindelijke hoogte bepaal je daarmee zelf.
Snoei ze niet na januari, anders gaan ze bloeden.
Je ziet aan de kleur hoe heerlijk 'Heike' is.