Ik was al groot fan van Salvia guaranitica toen we ze nog binnen overwinterden. Nu blijkt dat ze de winter in de volle grond goed doorstaan ben ik helemaal in mijn nopjes. Ze staan allemaal in onze Salvia border en doen het daar fantastisch.
'Purple & Bloom' is een compacte vorm, net als 'Black & Bloom' en kan dus ook in pot.
Ze bloeit zeer rijk en lang aan donkere stelen.
Officieel half winterhard maar zeer kansrijk in de volle grond.
Ik snap het ook niet precies waarom we nu de aarde zo opwarmt opeens een plantaardige warmteminnaar moeten inzetten voor verkoeling.
Het is de allernieuwste witte. De witte Mexicanen die we tot nu toe hadden stelden soms teleur. Deze is veel beter, mooi compact, vol en rijk bloeiend.
Ik had hem misschien eerder 'Sombrero' genoemd maar het is een heerlijk ding.
Een leuke natuurlijke soort uit Turkije, dus hier ook prima winterhard.
Bloei in kranjes uit purperrode knoppen aan puperrode stengels.
De Turkse variant op de bij ons inheemse Salvia verticillata.
Nikolaus Joseph von Jacquin gaf de plant deze naam in 1773, verwijzend naar het raapvormige blad.
'Turnip sage' dus.
'Amethyst' is heel elegant vanwege de zeer lange bloeiaren. De bloemen zijn charmant, licht roze, calyx en stelen trekken het strak met hun donker purper-rood.
Hoger dan de meeste cultivars van Salvia nemorosa en betrouwbaar genoeg voor grote groepen.
Knip ze terug voor je op vakantie gaat. Als je terugkomt bloeien ze weer.
Indrukwekkende langgerekte statigheid.
De allermooiste Salvia nemorosa aller tijden.
Met name vanwege de contrasterende donkere, bijna zwarte stengels met donker paarsblauwe bloemen.
Dank je Beate, super spul!
Ik zou deze nooit laten staan. Maar jullie hebben die keus.
Een tamelijk donkere jongen. Die misschien wat snel verbloeit.
Daarvoor compact en zeer rijk bloeiend, want die dingen gaan vaak samen.
Knippen zorgt wel voor herbloei.
De best verkochte vaste plant aller tijden is deze eerste van Ernst Pagels. Hierdoor kreeg hij waarschijnlijk de smaak te pakken.
Het verhaal gaat dat Karl Foerster een zakje zaad aan Pagels gaf met de mededeling: "Da, sieh mahl was drin steckt!" Ernst Pagels selecteerde 'Ostfriesland' uit de zaailingen. Niet alleen zegt dat iets over het zaad maar vooral toch ook over het selectief vermogen van Ernst Pagels.
'Ostfriesland' is een rijke bloeier.
'Plumosa' zoals ze meestal wordt genoemd heeft bloemaren die zo gevuld zijn dat de bovenkant van de plant een grote bordeauxrode dot bloemen is. Feitelijk zien we niet de bloemen maar de schut-, de kelk en de steunblaadjes.
Graag zo zonnig mogelijk en droog planten. Het zusje van deze, 'Schwellenburg', is iets meer opgaand en losser vertakkend, minder zwaar gevuld.
Er worden voortdurend nieuwe cultivars van Salvia nemorosa geintroduceerd. Zo veel zelfs dat het voor ons nauwelijks bij te houden is. Grootbloemig en compact is de laatste trend. (Van mij mogen het ook best grote planten zijn.) Deze werd in 2013 geregistreerd door André de Gruyter. Naar het schijnt heeft hij inmiddels ook een mutant gevonden met nog grotere bloemen. Het gerucht gaat dat die als 'Purple Paradise' zal worden geïntroduceerd.
Een nieuwe zeer lage die enige gelijkenis vertoont met 'Marcus'.
Ze zijn rijk en goed her-bloeiend.
Het is een verbetering van een verbeterde, uit een Amerikaans proefstation.
Serieuze concurrentie voor 'Marcus'.
Een donker dieptepunt.
Tot voor kort was 'Marcus' uniek als mini Salvia. Maar er nu is er ook deze dwerg in aangenaam roze uit purperen stengels en knoppen.
Bijzonder compact en laag. Een echte randjesplant.
Een geweldig dieptepunt zeg maar.
De trend is dwergvormen sinds Salvia 'Marcus' een groot succes werd.
Wij snappen dat niet precies, maar dit is er weer een.
Ik ben zelf dol op stoere planten, maar in een kleine tuin of kleine border wil je wel eens een randje vullen met lekker laag spul.
Daarvoor is deze sensationeel perfect.
Gedroomde oplossing.
Naar verluidt gevonden door Piet Oudolf, als kruising tussen 'Amethyst' en 'Tänzerin'; beide niet de minste. Ik heb Piet dat zelf helaas nooit horen bevestigen.
Wel bewezen is uit onomstreden onafhankelijk onderzoek dus hoe dan ook correct:
Spectaculair grote bloemen en zeer rijk bloeiend.
Deze sterk opgaande vorm van de kruipende Salvia reptans is bij ons volledig winterhard.
Pat McNeal vond haar in het wild in de Davis Mountains, Texas, op 1200 meter. Ze groeit daar op droge doorlatende grond, maar is niet heel kritisch.
Ze heeft lange rechte stengels met smal, naaldvormig blad en bloeit relatief laat maar nog best lang in fantastisch cobalt-blauw.
Zet haar eens naast een Gaura.
Ik dacht heel even dat we hier met de vaste Salvia macrosiphon te maken hadden. Maar dit is toch echt een witte scharlei. Dientengevolge ook even tweejarig maar wel best goed zelf uitzaaiend.
Soms staat ie drie jaar later opeens weer te pronken, want het is een super beauty.
Die dikke knoppen alleen al.
Het speervormige blad is in het voorjaar donker purper en komt als een pijl uit de grond. De diep blauwe bloemen zijn heel sprekend. Ze vormt rijk en lang bloeiende grote pollen. Knip eventueel af en toe wat uitgebloeide aren weg.
Een van onze allereerste Salvia soorten, mede grondlegger van mijn liefde voor het geslacht.
Ze is prima winterhard.
Een forse snelgroeiende en rijk bloeiende plant. Het blad is geurig, de bloemen zijn blauw met een witte vlek. Ze houdt zich lang staande maar kan aan het eind wat steun nodig hebben. Over de winterhardheid ontstaan soms discussies, maar ik kan er kort over zijn, bij ons in een normale winter probleemloos, soms raak je ze kwijt. In het wild staan ze op vochtige plekken. Ons land voldoet kennelijk prima. Misschien is er in de achterhoek en het noorden van het land wat winterdek van bladeren nodig.
Extra volle purperpaarse bloeistengels maken 'Purple Rain' een verbetering van de inheemse wilde vorm. Ze is infertiel, zet dus geen zaad. Dat betekent dat de plant langer en rijker en ook wat indrukwekkender bloeit. De wilde vorm is nogal overijverig met uitzaaien wat al dan niet storend gevonden kan worden.
Het regent hier dikke bloemen.
Echt een leuke en aparte soort weer eens. Bloemen, klein en dof wijnrood verschijnen in grote aantallen, een kleurige wolk veroorzakend boven het grondstanding rozet met groot bijna rond blad. De kleur is een uitdaging aan uw combineer talent. Er zijn hele spannende denkbaar zoals bijvoorbeeld met Sanguisorba. Prima winterhard. Uit Oost Europa.
De bekende 'Schneehügel' moet volgens de Duitsers eigenlijk 'Adrian' heten en dat stimmt uiteraard. Maar het blijft even aangenaam zuiver wit.
Tot de grond terugknippen voor je op vakantie gaat, voor herbloei bij terugkomst.
Voor een toefje wit.
'Blauhügel' is de meest helderblauwe van het hele gezelschap. Erg geschikt voor langdurig blauw in de border
Lager en veel lichter van kleur dan Salvia nemorosa 'Caradonna'.
Makkelijke plant. Knip ze net als Salvia nemorosa na de eerste bloei diep terug voor herbloei.
Deze luchtige reus is kleinbloemig, violet blauw met een witte onderlip aan purperen stengels,
Botanisch dichter bij Salvia pratensis dan bij nemorosa wat zich uit in de natuurlijke onschuldige groeiwijze en weelderige bloei.
Anja heet Oudolf van achteren.
Donker violet uit donker purperen knoppen.
Een veelgevraagde cultivar, vooral vanwege de bekendheid en de duidelijk beschrijvende naam, maar het blijft een zeer oki doki plant, hoewel bijna, toch net niet de aller donkerste, zoals de naam doet vermoeden. 'Viola Klose' is bijvoorbeeld al iets donkerder.
Verwarring alom, want het geeft me wat Salvia's 'Serenade's.
Dit is die ultieme nog niet zo bekende veldsalie die Piet Oudolf mij vele jaren geleden toonde.
Donkere rechte stelen luchtig roze bloemen.
Goed herbloeiend als je haar knipt na de eerste bloei.
Voorbij verrukkelijk.
Lijkt op 'Ostfriesland' maar dan veel hoger met roze kelkblaadjes en elegante lange aren, zoals de naam al doet vermoeden.
Knippen voor herbloei.
Een van de beste winterharde Salvia.