De zeldzame witte vorm van Baptisia uit Wisconsin. Het blad is blauw-groen de stengels zijn grijs-groen.
Bijzonder miraculeus hoe deze speren de grond uit schieten. Plant ze zo snel mogelijk want ze worden alleen maar spectaculairder naarmate de pol groter en ouder wordt.
Plant mij nu.
Baptisia australis is fantastisch blauw maar deze vorm is echt ongewassen indigo.
Het kon dus nog zo veel blauwer, verbazingwekkend, wow.
Redelijk compact voor Baptisia en net zo vroeg bloeiend als de rest.
Ze zijn, eenmaal gevestigd, gemakkelijk en standvastig.
De bloemen van deze spectaculaire recente introductie van Chicago Botanic Garden zijn bijzonder violet-bruin met een geel keeltje. Het blad is wat grijs-blauw.
De bloemen staan in lange aren duidelijk zichtbaar boven het blad.
Baptisia is voor de prairiebegrippen een van de eerste bloeiers.
Dit is de kruising van B. australis x B. sphaerocarpa van die laatste komt dat toefje geel.
Eenmaal standgevat zeer langlevend en sterk.
Concurrerend met Pulmonaria om het meest zilveren blad. De groene aders accentueren het zilver. De lieve bloemetjes zweven daar boven aan dunne steeltjes..
Een cult-plant nog steeds, ik weet niet precies waarom ook alweer. Maar zeker niet onaardig.
Een bus Engelse tuinreizigers voldoet meestal om onze hele voorraad te plunderen.
Deze fantastische cultivar, vermoedelijk een spontane kruising van Buddleja davidii en Buddleja fallowiana, werd in 1940 gevonden bij kasteel Lochinch in Schotland.
Kenmerkend zijn het zilver-grijze blad en de geurende violet-blauwe bloemen met een oranje oogje.
In het voorjaar diep snoeien, dan blijft het een vitale volle struik.
Mijn favoriete vlinderstruik.
Deze recente introductie van Walters Gardens, combineert de statige struikvorm van Buddleia davidii met de elegant doorbuigende pluimen van Buddleia lindleyana.
Heerlijk romig roze, geliefd bij bijen en vlinders.
Deze dwerg-Buddleja groeit breed uit en maakt lange pluimen.
Ze maakt zijscheuten en bloeit daardoor lang.
Knip haar net als de andere vlinderstruiken in het voorjaar diep terug zodat ze mooi vol blijft.
Uit de Humdinger serie van Walters Gardens.
Zeer lange (40 cm) zoet geurende aren met zacht paars blauwe bloemen heeft deze onbekende cultivar.
Het is een van de meest aantrekkelijke cultivars voor insecten.
Wij mensen moeten haar nog ontdekken.
Sinds 1945 een van de beste witte vlinderstruiken.
door de RHS onderscheiden met een Award of Garden Merit in 1993 die werd herbevestigd na nieuwe trials in 2010.
De aren zijn 30 tot 35 cm lang.
Weldadig wit.
Buddleja x weyeriana is een lang en rijk bloeiende kruising tussen Buddleja davidii x globosa. De bloemen zitten meer in een bol dan in een aar.
Behalve die leuke bloemtrossen zie je ook vaak dat de kleuren van beide ouderplanten zich (half) mengen. In dit geval is dat een vleugje violet.
'Lady the Ramsey' een wat oudere cultivar van onbekende herkomst.
Het vroegst uitlopende siergras dat aanvankelijk amper opvalt, maar vanaf de bloei begin juli voortdurend spannender en aantrekkelijker wordt tot diep in de winter.
Steeds strakker staan ze rechtovereind vanaf de wat lossere bloei.
Combineren met Verbena bonariensis en Selinum wallichianum voor maandenlang plezier.
In het voorjaar terug knippen is niet echt nodig.
Een gemakkelijke zuil voor je prairie.
Deze oude vriend was in 1994 vaste plant van het jaar.
Heerlijke frisse muntgeur, sierlijke, luchtige en langdurige bloei, ongedwongen bossige groei en glimmend rond blad.
Er bestaan ook vormen met meer behaard blad. In de Pyreneeën noemen ze die bergmunt.
Wolkjes porselein wit en geur voor tuin en Italiaanse keuken.
Een witte selectie van Brian Kabbes die het midden houdt tussen de grootbloemige 'Weißer Riese' en de kleinbloemige 'White Cloud' die door Hans Kramer werd gevonden.
Een goede geurige en al lang mijn favoriete witte bergsteentijm.
Munt, in lieve geurige wolkjes.
Zeer grote diep blauw-paarse klokken maken hier een echte bloemplant van, een bijnabloembol. Klokjesbloemen zijn er voor de nuchtere tuinier die gewoon ouderwets kleur en vorm nodig heeft voor zijn border. 'Kent Belle is een bijzonder goede cultivar afkomstig van de helaas niet meer bestaande Washfield Nursery.
Ze mogen in de schaduw staan op zware klei en gaan lang mee.
Terugknippen stimuleert herbloei.
Het heeft even geduurd voor we de klokjes leerden waarderen. De volgende stap is die van de stoere grote soorten naar deze minibelletjes. Maar het is ook zo'n heerlijke kleur.
Je moet er wel een overzichtelijk hoekje voor hebben waar ze niet in de verdrukking komt. Ze kan ook in pot of in een rotstuintje.
Wild komen ze tot 3000 m voor in de Zuidelijke bergketens van Europa.
Een schatje en dat is het.
Een fijne nieuwe kleur in het klokjesspectrum is deze met haar blad goed bodem bedekkende lage soort.
Bloemen in volle trossen met veel kleurdiepte en op uiterste randje waar kunst en kitsch hun beider hoogtepunt bereiken.
Makkelijk en dankbaar.
Een klassieke prijswinnaar waar de Engelsen hun tuinen mee vullen.
Geschikt voor de beginnende tuinier.
Hier kan weinig mis mee gaan. Alleen niet al te droog zetten.
Ze beginnen nu zo ouderwets te worden dat ze weer hip zijn.
Datzelfde oranje uit de jaren 70 maar dan in paars.
Nieuw en bijzonder vanwege de diepblauwe kleur met een zilveren glans en dat dan bovendien dubbel.
Mochten ze wat roestig worden na de bloei; knip ze dan tot de grond terug en je hebt nergens last van.
Zeer geschikt als snijbloem ook.
De bloemen van dit gevulde persikbladklokje verkleuren van heel zacht violet naar bijna puur wit. Het zijn heerlijke dotjes, watjes bijna.
Prima winterhard en makkelijk natuurlijk, voor jarenlang plezier.
Dit inheems klokje groeit van nature graag op kalkhoudende zandige leem langs de rivieren en in Zuid Limburg.
Het blad kan rauw worden gegeten in salades, de wortel, die een beetje op radijs lijkt, kan vanaf oktober de hele winter worden geoogst.
Als bron van voedsel heeft de perzikkruiduil (Melanchra persicariae) de oudste rechten.
Het doorbuigend bronsgroen blad heeft oranje punten en kleurt in de herfst naar nog levendiger roestig oranje. Op een vochtige plek in de zon kleurt het blad het best. Het vormt een pol van ongeveer 50 × 40 cm. Ooit werd mij verteld dat het niet winterhard zou zijn, maar wij weten, sinds het meer dan tien jaar in onze feestborder staat, dat dit een van de betrouwbaarste grassen is die we kennen.
Het doorstaat met kleurig fris blad al die jaren glansrijk de winter en bedekt daarmee de bodem uitstekend..
Lijkt op Carex comans 'Bronze Form' maar dan iets groter en met breder blad. Het doorbuigend bronsgroen blad heeft oranje punten en kleurt in de herfst naar levendig roestig oranje. Op een vochtige plek in de zon kleurt het blad het best.
Deze, zo werd mij ooit verteld, zou niet winterhard zijn, maar wij weten uit ervaring dat dit een van de betrouwbaarste bladhoudende grassen is dat hier al vele jaren met kleurig fris blad glansrijk de winter doorstaat.
Smal donkergroen blad diep donkere pluimen in het najaar.
Ze hebben een Mediterrane uitstraling maar komen oorspronkelijk uit Oost Azie. (Mongolië, China, Korea, Japan)
Knip ze in maart of april pas terug net als vlinderstruiken.
De blauwste, met een goed rechte habitus.
'Stephi' is een recente, vrij compacte introductie die rijk bloeit in een heerlijke dromerige kleur.
Ze heeft net als Perovskia een mediterrane uitstraling en wordt ook veel in mediterrane beplantingen toegepast ook al zijn beide van oorsprong Aziatisch.
Knip ze net als Buddleja en Perovskia in het voorjaar diep terug. Verder heb je er geen omkijken naar.
Deze 'mediterrane' plant komt oorspronkelijk uit Oost Azië. (Mongolie, China, Korea, Japan). Ze is recent verhuist van de familie Verbenaceae naar Lamiaceae.
Deze van Liss Forest Nursery heeft aangenaam zilver grijs blad zodat ze als laatbloeier het hele jaar aantrekkelijk is. In 2008 op Plantarium onderscheiden met een zilveren medaille.
Je mag ze in het voorjaar diep terugknippen.