Deze kruising van Baptisia tinctora x alba is gevonden door Jim Ault van de Chicago Botanic Garden in Glencoe, Illinois. De bloemen aan lange stelen die boven het blad uitsteken verkleuren van citroen geel naar violet bruin. De jonge stengels lopen in het voorjaar donker purper uit.
'Solar Flare' is zeer rijk bloeiend.
Baptisia zijn lang levende droogte resistente planten.
Baptisia australis is fantastisch blauw maar deze vorm is echt ongewassen indigo.
Het kon dus nog zo veel blauwer, verbazingwekkend, wow.
Redelijk compact voor Baptisia en net zo vroeg bloeiend als de rest.
Ze zijn, eenmaal gevestigd, gemakkelijk en standvastig.
De bloemen van deze spectaculaire recente introductie van Chicago Botanic Garden zijn bijzonder violet-bruin met een geel keeltje. Het blad is wat grijs-blauw.
De bloemen staan in lange aren duidelijk zichtbaar boven het blad.
Baptisia is voor de prairiebegrippen een van de eerste bloeiers.
Dit is de kruising van B. australis x B. sphaerocarpa van die laatste komt dat toefje geel.
Eenmaal standgevat zeer langlevend en sterk.
Deze paarse aspergebroccoli is een zeer productieve recente introductie bedoeld voor professionele teelt. Je oogst er helaas maar drie weken van in het vroege voorjaar.
Je kunt ze van maart tot juli zaaien voor oogst in het voorjaar. In een strenge winter kun je ze wat bescherming geven met vliesdoek, maar ze zijn volledig winterhard.
Om spruiten te vormen hebben ze langdurig kou nodig.
Plantafstand: 40 cm.
Naaldkool (cavolo spigariello) is een geliefde groente in Campania. Je eet niet alleen de knoppen, maar vooral ook het blad. Ze wordt gegeten in soep met Cannellini bonen, bij pasta gerechten en zelfs op pizza in plaats van ruccola, of rauw als salade.
Ze is net als palmkool winterhard zodat je er de hele winter van kunt dooreten.
Minestra Nera is de Italiaanse volksnaam.
Waarom eten we niet meer spitskool? Zo doodgewoon, maar met misschien wel de meest verfijnde smaak van alle kolen.
En ze laten zich ook nog heel makkelijk telen.
Plantafstand: 50 x 50 cm
Daar is ie dan eindelijk, die waanzinnig veelkleurige hippie van een plant.
Het is een kruising van de gele Buddleja weyeriana 'Honey Comb' met een gewone Buddleja davidii.
Vlinders zijn hier minstens zo dol op als ik.
Helaas nog schaars.
Deze recente introductie van Walters Gardens, combineert de statige struikvorm van Buddleia davidii met de elegant doorbuigende pluimen van Buddleia lindleyana.
Heerlijk romig roze, geliefd bij bijen en vlinders.
Forse prijswinnende vlinderstruik met zeer dikke, lange, vertakkende bloempluimen.
Ze bloeit zeer lang omdat ze geen zaad vormt en zaait zich dus ook niet hinderlijk uit.
Buddleja davidii is een makkelijke struik met grijs blad, voor elke standplaats. Snoei ze in het voorjaar van jongs af aan diep terug om ze vol te houden.
Verwen je vlinders.
Deze dwerg-Buddleja groeit breed uit en maakt lange pluimen.
Ze maakt zijscheuten en bloeit daardoor lang.
Knip haar net als de andere vlinderstruiken in het voorjaar diep terug zodat ze mooi vol blijft.
Uit de Humdinger serie van Walters Gardens.
Een van de meest succesvolle vlinderstruiken ooit en nog steeds een van de beste roze.
Gevonden in de VS en in 1942 geintroduceerd door Karle A. Lucal.
Door de RHS bekroond met een AGM in 1950 en 1984 en nogmaals bevestigd in 2010.
Zeer groeikrachtig, aren tot 40 cm lang.
Sinds 1945 een van de beste witte vlinderstruiken.
door de RHS onderscheiden met een Award of Garden Merit in 1993 die werd herbevestigd na nieuwe trials in 2010.
De aren zijn 30 tot 35 cm lang.
Weldadig wit.
Een introductie van Nottcuts in een aangenaam intensieve kleur.
De plant is vrij compact.
Heerlijk voor vlinders en andere insecten.
Ook deze knip je in het voorjaar diep terug.
Buddleja x weyeriana is een lang en rijk bloeiende kruising tussen Buddleja davidii x globosa. De bloemen zitten meer in een bol dan in een aar.
Behalve die leuke bloemtrossen zie je ook vaak dat de kleuren van beide ouderplanten zich (half) mengen. In dit geval is dat een vleugje violet.
'Lady the Ramsey' een wat oudere cultivar van onbekende herkomst.
De kruising van Buddleja davidii x globosa werd voor het eerst gemaakt tijdens de eerste wereldoorlog door majoor William van de Weyer. De bolle bloemen geuren zoet en ze bloeit net als de meeste op eenjarig hout. Snoei ze niet te diep, tot zo'n 60 cm in het voorjaar of direct na de bloei. Onder andere koolwitje, citroenvlinder, kleine en grote vos, atalantavlinder zijn er dol op.
Een zonnetje in je tuin.
Het vroegst uitlopende siergras dat aanvankelijk amper opvalt, maar vanaf de bloei begin juli voortdurend spannender en aantrekkelijker wordt tot diep in de winter.
Steeds strakker staan ze rechtovereind vanaf de wat lossere bloei.
Combineren met Verbena bonariensis en Selinum wallichianum voor maandenlang plezier.
In het voorjaar terug knippen is niet echt nodig.
Een gemakkelijke zuil voor je prairie.
Deze oude vriend was in 1994 vaste plant van het jaar.
Heerlijke frisse muntgeur, sierlijke, luchtige en langdurige bloei, ongedwongen bossige groei en glimmend rond blad.
Er bestaan ook vormen met meer behaard blad. In de Pyreneeën noemen ze die bergmunt.
Wolkjes porselein wit en geur voor tuin en Italiaanse keuken.
Nieuw en bijzonder vanwege de diepblauwe kleur met een zilveren glans en dat dan bovendien dubbel.
Mochten ze wat roestig worden na de bloei; knip ze dan tot de grond terug en je hebt nergens last van.
Zeer geschikt als snijbloem ook.
Met 1.000.000-1.500.000 Scoville, een van de aller heetste pepers op aarde. Zo heet dat rauw eten pijnlijk en verdovend kan zijn.
Goed gedoseerd is de smaak voortreffelijk. Dat kan bijvoorbeeld door ze te drogen en tot poeder te vermalen.
Volledige naam: 'Fatalii Gourmet Jigsaw Yellow'
Lijkt op Carex comans 'Bronze Form' maar dan iets groter en met breder blad. Het doorbuigend bronsgroen blad heeft oranje punten en kleurt in de herfst naar levendig roestig oranje. Op een vochtige plek in de zon kleurt het blad het best.
Deze, zo werd mij ooit verteld, zou niet winterhard zijn, maar wij weten uit ervaring dat dit een van de betrouwbaarste bladhoudende grassen is dat hier al vele jaren met kleurig fris blad glansrijk de winter doorstaat.
Smal donkergroen blad diep donkere pluimen in het najaar.
Ze hebben een Mediterrane uitstraling maar komen oorspronkelijk uit Oost Azie. (Mongolië, China, Korea, Japan)
Knip ze in maart of april pas terug net als vlinderstruiken.
De blauwste, met een goed rechte habitus.
Tamme kastanje komt van nature voor in Zuid Europa, N.W. Afrika, van Marokko, tot Pakistan. Gekweekt worden ze vooral in de Ardèche en op Corsica. In Nederland zijn ze ingevoerd door de Romeinen.
Ze vormen een goede vroege bron van stuifmeel voor wilde bijen en andere insecten. De vruchten zijn rijk aan eiwit en zetmeel. We eten ze graag met spruitjes.
Het hout is zeer duurzaam en wordt speciaal gekweekt voor palen en hekwerk.
Ze groeien aanvankelijk traag maar kunnen uiteindelijk heel oud en hoog worden.
Kan vanwege de hoogte alleen op een pallet worden verzonden. Verzending in pakket is helaas niet mogelijk.
Dit grappige heerlijke sprieten bloemetje met het grote licht behaarde blad staat graag zonnig op doorlatende grond.
Ze vormt uiteindelijk sterke dichte tapijten die je kunt delen.
Chiton, de Centaur uit de Griekse mythologie gebruikte een soort uit dit geslacht om zijn voet te helen, vandaar de naam.
Nou ja zeg; witte rode valeriaan.
Gewoon een vergeten bloem voor je witte border.
No nonsense plant die in alle tuinsferen past.
En bovendien heel mediterraan, zonaanbiddend en insektenvriendelijk.
Zo'n feestelijke ouderwetse plant waar heel veel mee kan. Ik zag ze voor het eerst lang geleden groeiend op een muur in Zuid Frankrijk. Je kunt ze laten verwilderen in een berm maar ook in een prairie of gewone border doet ze goed mee.
Het blad is rauw en gekookt eetbaar, de wortel kan in soep.
Herontdekt zeg maar.