Onze eigen introductie uit 1999.
In het voorjaar is het smalle, klein en fijne blad diep donkerbruin.
Door het violet van de bloemetjes is wat oranje zichtbaar van een van de ouders: Agastache rupestris, Agastache rugosa de andere ouder bracht het donkere blad. De knoppen zijn purper.
Zeer standvastig en winterhard. Subtiel, fijnzinnig en aromatisch.
Een schatje.
Lekker lange aren tot 40 cm die als een serpent omhoog kronkelen. De voor Agastache minder gebruikelijke grondscheuten zorgen voor extra standvastigheid.
Omdat de bloemen grotendeels steriel zijn bloeit ze lang. De kleur is heel bruikbaar en ligt in het romantische spectrum waar we wel weg mee weten.
Een van de eerste bijdragen van Coen Jansen aan dit geslacht.
Tuinslangentoorts.
Deze wildvorm heeft beslist toepassingmogelijkheden. Het is een reusachtige en weinig bekende achtergrondplant in het bij bijen en vlinders geliefde geslacht. De bloemen zijn heel erg zacht citroengeel, de geur is zwak. De plant wordt snel zeer groot maar is tamelijk kortlevend. Je kunt zelf van het zaad dat ze het eerste jaar maken jarenlang nieuwe kweken.
Dit zijn die prachtige silhouetten uit de hersfsttuin van Oudolf.
Eenvoudig, heerlijk geurend en makkelijk wit spul. Beschouw het als een leuke witte netel, een bijen en vlinderplant die zich ook via uitzaaien soortecht in stand houdt.
Als je hem in bloei ziet staan op de kwekerij is de kans dat je hem meeneemt tamelijk groot.
'Rouge de Tuilière' is een goed winterharde selectie met helder rode bloemen. Al 20 jaar genieten we in de zomer van OMBRELLA ('Boubri') De diepe kleur en winterhardheid van deze selecties ontbreekt bij de bleek roze bloeiende wilde vorm. Ze lopen laat uit in het voorjaar. Maar zodra ze beginnen te bloeien doen ze dat tot ver in de herfst.
De parasolvormige groei maakt ze zeer geschikt als schaduwboom bij een terras. De bloemen geuren lichtjes.
Een op een wat beschutte plek winterharde Mimosa met spectaculair diep donker blad. Als de zomer een beetje meewerkt kunnen ze lang en rijk bloeien.
Het is een kleine boom met een parasolvormige, spreidende groeiwijze.
Het enige wat in me opkwam toen ik deze voor het eerst zag was 'moet hebben'.
Je mag gewoon 'Boubri' zeggen tegen deze super Albizia met een voor het geslacht relatief goede vorstbestendigheid en een lange, relatief vroege bloei.
De hoogte kun je zelf bepalen door op de gewenste hoogte te knippen in de hoofdtak.
Ombrella groeit van nature al vooral in de breedte, meer dan de hoogte zoals de naam al aangeeft.
Zie het als de meest natuurlijke, meest bloeirijke en meest mediterrane parasol die je kunt krijgen.
Deze zomer-bloeiende sierui is net als Allium 'Millenium' een sierlijke reuzenbieslook met gezond donkergroen blad. Ze bloeit iets later en de bloemen zijn wat donkerder van kleur dan bij 'Millenium'. Met deze recent geïntroduceerde zomer-bloeiende Alliums hebben we een heel nieuw genre makkelijke en bijzonder sierlijke tuinplanten ontdekt. We hebben zo'n 10 verschillende cultivars getest. De beste hebben we vermeerderd en vind je hier. Uiteraard zijn ze allemaal ook eetbaar.
Een echte oudgediende, al vanaf het prille begin in ons sortiment.
De noord Amerikaanse indianen gebruikten deze als bieslook. De smaak houdt het midden tussen gewone bieslook en Chinese bieslook en gaat dus lichtjes richting knoflook.
Prima randplant met sierlijk hangende bloem belletjes aan een gebogen zwart steeltje. Ze staan bij ons in de prairie.
Deze is echt heerlijk van smaak en reusachtig. De beste bieslook ooit. Geweldig voor je salade met blad tot 4 cm doorsnee in ringetjes gesneden. Bijna jaarrond verse voorjaarsui in je tuin die ook nog vast en winterhard is.
Permacultuur voor de makkelijke moestuin dus. Kenners weten dat er meer bij komt kijken, maar waarom niet af en toe een graantje mee pikken?
Leuk bloeiend bovendien.
Kan ook in pot, dicht bij de keuken.
De bloemen doen een beetje aan een minaret denken. De puntige knop barst open en dan gaan de gele belletjes daar heel elegant uit hangen.
Uit zuid en centraal Europa tot en met de Kaukasus.
Ik zag ze samen met Santolina, Satureja, tijm en wilde lavendel in de bergen bij het zuid-Franse Forcalquer en oostwaards. Ze zaait zich hier ook lekker uit. Leuk dus voor je mediterrane kruidenborder.
Tja, gewone bieslook dus.....
Snijd er lekker veel van, dan groeit er ook veel terug.
Niet kapot te krijgen.
De bloemen mag je ook een keer eten, of als decoratie gebruiken.
Maar eerst trek je de bloem stelen er aan hun nek uit, want die zijn te taai om te eten.
In grote groepen is dit een indrukwekkende bloeiende sierplant voor het najaar, punt.
Maar bovendien is het een onbekend en in Azië zeer geliefde groente of keukenkruid. Het blad is plat en heeft een aangename milde knoflooksmaak. De stervormige bloemen zijn zuiver wit. Daslook, maar dan sierlijk rechtopstaand op lange stengels en de hele zomer oogstbaar.
Massaal planten. Of uit budgettaire overwegingen elk tweede jaar scheuren tot je genoeg hebt.
Vanwege de rangorde der zinnen heeft deze ogenschijnlijk nog meer citroengeur dan gewone verveine die al meer naar citroen geurt dan citroen zelf. De ogen gaan immers voor de neus. Deze geelbladige vorm prikkelt de zinnen nog meer dan we tot nu toe voor mogelijk hielden.
Ze proberen in de winter hun blad te houden. Meestal valt dat einde van de winter toch af. Zodra het warmer wordt lopen ze snel weer uit.
Officieel geen ijzerhard, wel ijzersterk.
Dit geschenk van de goden uit Chili is mijn kampioen citroengeur.
Het blad ruikt meer naar citroen dan citroen zelf naar citroen geurt. In Frankrijk heet ze Verveine, Italianen noemen haar Limoncello.
Zet ze ergens waar je in het voorbijgaan een blaadje kunt meepakken. De minuscule witte bloemetjes in schermen zijn net wolkjes. Knip naar hartenlust, dit schatje groeit en bloeit maar door.
Ze mag dan ook veel meer water en voeding dan je zou denken.
Hemelachtig plantenwezen met subtiele porselein blauwe bloemen in schermpjes.
Even teer en fijntjes als hun kleur.
Een traag, maar gestaag groeiende plant met eeuwig leven uit Noord Amerika.
In de herfst kleurt het blad geweldig geel met wat oranje.
Dan krijgt ze opeens vurig temperament.
Nog zo'n sprookjesplant van Elizabeth en Alasdair MacGregor die we kennen van de fantastische 'Wild Swan'.
De eerste bloemen zijn enkel, later worden ze halfgevuld.
Dit zijn precies de kleuren waar ik bij Anemone al zo'n 25 jaar naar zoek.
Heerlijk zacht romig zilver-roze, bijna witte bloemen uit zilveren knoppen.
Misschien wel de allermooiste roze met gigantische geweldige bloemen op stevige stengels.
Lieflijk verleidelijk.
Een zeer goed standaardras met excellente halfgevulde zuiver witte bloemen.
Groot en sterk en meer dan 18 jaar.
Plant ze vanaf het voorjaar tot uiterlijk begin oktober zodat ze voor de winter nog goed kunnen aanwortelen.
Daarna zijn ze uitstekend winterhard.
Een sterke soort met een lange bloeitijd.
Zachtroze enkele bloemen in schermen.
Ze vormt een uitdijende dichte pol.
Het blad is van onder behaard, vandaar 'tomentosa'.
Heel plotseling in de nazomer indrukwekkend aanwezig.
Wie de echte engelwortel zoekt voor culinaire toepassingen, moet deze hebben.
Een heemplant met sprookjesachtige, archaïsche uitstraling. De hele plant inclusief bloemen is groen met rode stengels.
In Frankrijk wordt de stengelvoet versuikerd en als eetlust bevorderend snoep geconsumeerd. En wat wil je nog meer in Frankrijk, behalve eetlust?
Monocarp, dus laten uitzaaien. Ze houden zich gemakkelijk zelf in stand via zaad.
Apart en terecht veel bewonderd. De donkere stengels en diep donker purperen bolle schermen hebben een aristocratische uitstraling. Ze verschijnen pas nadat de spanning flink werd opgevoerd door dik opzwellende knoppen waar, als uit een doosje in een doosje, steeds weer nieuwe knoppen uit komen. Hoe belangrijk die zijn viel me op toen werd gevraagd naar "die plant met die bolletjes".
Monocarp, dus na de bloei opnieuw zaaien.
Onze favoriete engelwortel, 'Vicars Mead', opnieuw uitgevonden.
Het jonge blad en de bloemstengels van 'Ebony' zijn nog donkerder en ze groeit veel snelle en wordt groter.
Deze in Ierland gevonden bijzondere vorm van bij ons inheemse Engelwortel heeft bijna zwart glimmend blad en is daardoor erg indrukwekkend.
Net als alle Angelica is ze monocarp (sterft na de bloei) maar wij planten meer per pot zodat je jarenlang bloei kunt hebben. Overweeg als control freak een keer zaad te oogsten. Voor de rest zaait deze dominee zich ook prima zelf uit.
Iedereen die ze ziet wordt daar hebberig van.
Geelvrees? Ik kom er nog op terug, dat is uit de tijd. Dit is gewoon een lekker warme kleur die we nodig hebben in ons klimaat. Het is 'just what the doctor orders'.
Deze en Tanacetum worden in de zomer winterklaar gemaakt. Je knipt ze in juli flink terug terwijl ze nog bloeien. Want het zijn zulke enthousiaste bloeiers dat zich soms kapot bloeien. Na de knip gaan ze lekker uitstoelen en opnieuw bloemen maken.
Verder een makkelijke plant met veel impact.