Onze favoriete engelwortel, 'Vicars Mead', opnieuw uitgevonden.
Het jonge blad en de bloemstengels van 'Ebony' zijn nog donkerder en ze groeit veel sneller en wordt groter.
Haar statige herfstgestalte is een sprookje.
Mijn geliefde 'Vicars Mead' is wat fijner van blad, heeft dunnere stengels en subtielere schermen, maar 'Ebony' is zo spectaculair dat ik haar niet kan weerstaan.
Beide zijn waardplant voor de koninginnenpage.
Monocarp natuurlijk, zoals alle engelwortels, wat eenmaal bloeiend betekent. Ze houden zich zelf via zaad in stand.
Deze in Ierland gevonden bijzondere vorm van bij ons inheemse Engelwortel heeft bijna zwart glimmend blad en is daardoor erg indrukwekkend.
Net als alle Angelica is ze monocarp (sterft na de bloei) maar wij planten meer per pot zodat je jarenlang bloei kunt hebben. Overweeg als control freak een keer zaad te oogsten. Voor de rest zaait deze dominee zich ook prima zelf uit.
Iedereen die ze ziet wordt daar hebberig van.
Geelvrees? Ik kom er nog op terug, dat is uit de tijd. Dit is gewoon een lekker warme kleur die we nodig hebben in ons klimaat. Het is 'just what the doctor orders'.
Deze en Tanacetum worden in de zomer winterklaar gemaakt. Je knipt ze in juli flink terug terwijl ze nog bloeien. Want het zijn zulke enthousiaste bloeiers dat zich soms kapot bloeien. Na de knip gaan ze lekker uitstoelen en opnieuw bloemen maken.
Verder een makkelijke plant met veel impact.
Eenvoudige bloemen veroveren makkelijk harten.
Het crème is een nieuw kleurtje voor een oude bekende.
Met de wilde vorm, zeldzaam in Limburg, werd traditioneel wol geverfd. Het aftreksel beschermt ook langdurig tegen houtworm.
De bloemen zijn een zomers genot.
Uit Nederland bij Monksilver Nursery aangekomen onder de naam 'E.C. Buxton' en omgedoopt vanwege haar afwijkende mayonaise kleur omdat de bloemen bleker crème-wit verkleuren van zachtgeel.
Donkergroen filigrein blad. Een lang bloeiende plant voor een niet te natte plaats. In de loop van de zomer kan de plant het beste wat worden terug geknipt anders bloeit ze zich soms dood.
Je kunt ze ook voor de vaas knippen.
Na dertig jaar focus op de meest bijzondere Aquilegia wordt het tijd voor een 'gewone'. De uitgeklede oprechte elegantie en kleur van deze wilde schoonheid zijn minstens even bruikbaar in je romantische tuin.
Liefst verwilderen ze op de overgang tussen zon en schaduw waar ze zich mengen met je vrouwenmantel of andere klassiekers.
Hoe spontaan durf je te tuinieren?
Gewone akelei maar, maar dan met zwarte bloemen met een witte kroon sierlijk aan bijzonder lange stelen.
De bloemen openen uit spitse donkere knoppen.
Veel te lang geleden weer dat we deze voor het laatst in ons sortiment hadden.
Er bestaan een aantal verschillende kleurvarianten van de oorspronkelijk rood en groen met witte 'Nora Barlow' die in de middeleeuwen al bekend was al 'Rose Columbine'. De groeiwijze is verder identiek. 'Black Barlow' is, voor een goed verstaander was het al duidelijk, de bijna zwarte versie, statig op hoge vertakkende stengels. De gevulde pompon bloemen zijn net roosjes.
Ze zijn gezaaid dus wel wat variabel.
Eindelijk een 'Black Rose'.
Ook zo'n heerlijke stevige voor de overgang tussen zon en schaduw.
De bloemen staan fier op de stevige stengels. De kleur is bijzonder bruikbaar.
Net als de rest een prima snijbloem.
Inderdaad, de bloemen openen appel groen en verkleuren dan langzaam naar crème.
Misschien geweldig om je witte border naar een hoger plan te trekken of voor je rariteiten kabinet.
Doet het net als alle akeleien het beste op de overgang tussen zon en schaduw.
Groen maar fris zoet.