Dat Acanthus een moeilijke plant zou zijn is grote flauwekul, integendeel; ze verdraagt alle denkbare omstandigheden. In het zuiden vermijden ze de grote hitte door in de zomer af te sterven. Bij ons doen ze dan juist maar wel een klein beetje verward hun ding.
Heerlijk donkergroen en fijn besneden blad, onontbeerlijk voor architectonisch bewuste tuiniers.
Doet het dus ook prima in de schaduw, onder een boom of struik.
Een heerlijke tamelijk nieuwe met het diepste donker strak bruinrood contrasterend blad. De bloemen blijven maar even roze. Na een paar dagen zijn ze gewoon wit.
De bloemen zijn zeer geurend.
Als ze genoeg vocht krijgen mogen ze ook in de zon. Ze overleven alles.
Dit zijn langlevende, zeer sterke planten.
De donkerste die wij kennen.
Stevige kruipende bodembedekker voor de vochtige schaduw.
Het glimmende blad is bijna zwart zo donker.
Lekkere wolken groengele bloemen.
De dauwdruppels aan de bladrand, werden door alchimisten als een ideale grondstof gezien voor het maken van goud. Ik zou zelf op zilver hebben ingezet.
Het mooist in grote groepen of plukjes verspreid door een border.
Een zeer makkelijke vulplant die je als rustpunt kunt inzetten.
Wie de echte engelwortel zoekt voor culinaire toepassingen, moet deze hebben.
Een heemplant met sprookjesachtige, archaïsche uitstraling. De hele plant inclusief bloemen is groen met rode stengels.
In Frankrijk wordt de stengelvoet versuikerd en als eetlust bevorderend snoep geconsumeerd. En wat wil je nog meer in Frankrijk, behalve eetlust?
Monocarp, dus laten uitzaaien. Ze houden zich gemakkelijk zelf in stand via zaad.
Wat lager dan de soort en met veel grotere schermen.
Ze moet een aantal jaren staan voordat zichtbaar wordt wat hier mee bedoeld is. Maar dan is het ook een echte blijver die onverwoestbare pollen maakt.
Geweldig ook voor vlinders.
Overweldigend in het najaar. We hebben ze massaal staan. Je moet er wel wat plaats voor hebben.
Deze lage kruipende soort heeft fijn en donker naaldvormig blad. De geurende bloemen beginnen geelgroen en verkleuren naar rood, de schutbladeren zijn geelgroen. Een van de kleinste in het geslacht die van zich afbijt door goedaardig te woekeren. Er vormt zich snel een vrij dichte zode die echter buurplanten niet hindert. Ze groeit op de armste en moeilijkste plaatsen waaronder droge schaduw nog gemakkelijk weg.
Deze is opmerkelijk, de 'reuzenvorm' van die lage kruiper die gaat waar geen enkele andere plant gaan kan: de droge schaduw. Vorst deert ze niet.
Zo hoog opgaand worden het van die lekkere geurende bollen.
De foto is gemaakt in maart in 'Jardin D'Enteoulet'.
Een kruising van twee door bijna heel Europa voorkomende soorten (Euphorbia waldsteinii x E. cyparissias). Beide sterk, makkelijk en geschikt voor elke standplaats inclusief droge schaduw. Goed vast, winterhard en gezond.
Ze mag na de bloei of in de herfst teruggeknipt.
Vormt bij ons een contrasterend duo met zwarte Helleborus. Heerlijk.
We dachten al vaker dat we de aller aller donkerste hadden gevonden.
Maar toen we deze zagen waren we toch weer echt onder de indruk.
Gevonden door Dirk Scheys en geïntroduceerd in 2010.
Het blad heeft een antraciet matte glans.
Of hoe noem je dat? Je moet hem zien.
Even makkelijk als de rest.
Alweer een nogal nieuwe, maar nu met de vreemdste bladkleur ooit gezien.
Wel heel leuk dit. Daar kan je vast van alles mee in frisse combinaties.
De bloemen zijn onbeduidend, in tegenstelling tot het opvallende blad.
Veelkleurig purperklokje. Het blad kan tegelkijk roze, geel, oranje en rood zijn. In de loop van het seizoen kan de plant er door de veranderende temperaturen heel verschillend uitzien.
Sterke, bijna bladhoudende planten met slechts een natuurlijke vijand; de taxuskever.
Zoet spul.
Het blad van deze is donker, bijna bruin in de winter en wordt in herfst en voorjaar helderder van kleur. In de zomer dat kenmerkende abrikoos oranje.
Brandend blad.
Toen ons land nog uitsluitend uit oerbos bestond was dit een van de belangrijkste soorten uit de vochtige kruidlaag onder de bomen. Tegenwoordig zou dat look zonder look zijn.
Ze past nog steeds heel goed in ons klimaat. Als je niet op tijd terug knipt kan melisse zich rijkelijk uitzaaien.
Lekker citroenkruid voor je dagelijkse tuinthee en vegetarische champignon ragout.
Een vrij laat bloeiende klassieker (Lemoine 1907) met sterke donkere stelen en goed geurende bloemen.
Zeer geschikt ook als snijbloem.
Pioenrozen houden net als rozen van wat extra mest in voor- en najaar.
Wij hebben emmertjes met geurloze plantaardige mest die daar heel geschikt voor is.
De meest spectaculaire heemplant die ik ken. Ze komt alleen schaars in Zuid Limburg voor. Het blad staat in kransen rond de uit de grond komende stengels waar bovenin één bloem komt later gevolgd door één donkerblauwe giftige bes. De symmetrische bouw is een architectonisch hoogstandje. Op een humusrijke beschaduwde plek kruipt de eenbes snel verder met ondergrondse stengels. In het vroege voorjaar komen de sterretjes boven de grond en doen hun ding.
Net zoals je soms klavertjes vier kunt vinden vind je bij Paris wel eens 'eenbesjes vijf'.
Dit inheems schatje heeft me altijd vertederd. Een wonderlijk mooie voorjaarsverassing toch, als dit in je ruig grasland staat en zich daar dan uitzaait.
Het is bovendien een belangrijk geneeskruid.
Het blad wordt in Spanje gegeten en de bloemen kunnen versuikerd of in salade.
Echt voorjaar.
Als het om de bloemen gaat is dit de topper. Ze zijn groot en sprekend kobaltblauw, werkelijk betoverend. Het blad is ook heel mooi egaal donker groen, bij het uitlopen extra donker, maar dus zonder vlekken. Het blad sterft tegen de winter iets eerder af dan dat van andere soorten.
Beste blauwe bloemen.
Een zeer rijke bloeier in een aangenaam koraal rood met lang smal spits, rijk gevlekt, rechtopstaand blad.
Een vrij recente kruising met genen van Pulmonaria longifolia, de lang blad kampioen.
Geef ze een rijk plekje in de vochtige schaduw en je hebt er geen omkijken naar.
Sierlijk lang spits zilver grijs blad.
Bloemen die van roze naar zeeblauw verkleuren.
Een indrukwekkende nieuwe gooi naar de titel "beste onder de zilveren".
Als zilveren zwaarden.
Na bijna tien jaar komen we er eindelijk aan toe deze te vermeerderen en ik werd er bovendien pas onlangs op gewezen dat longkruid erg geliefd is bij sluipwespen die luizen uitroeien.
Het kan bijna niet mooier: Vroege bloei en het hele jaar zilver bodembedekkend blad.
Tijdens het groeiseizoen staan ze graag vochtig.
Longkruid verdraagt schaduw prima. Maar staat, net als de meeste planten, als er voldoende vocht is ook graag in de zon.
Dit is een van onze favorieten vanwege de grote bleek opaal-blauwe bloemen.
Het blad heeft grote zilveren plekken.
Porselein plant.
Zo harig dat we hier misschien wel op de grens tussen het plantenrijk en het dierenrijk zitten.
Na de snoeperige bloemen komen lekkere pluizen.
Een goed vaste voorjaarsbloem met een beestachtig spannende zomergestalte.
Paasklokjes zou je ze kunnen noemen deze fijne vroege en best grote bloemen voor zo'n kleine plant.
Als ze het naar hun zin hebben, op een best warm plekje in doorlatende grond kunnen ze hele plakken vormen.
De zaaddozen zijn lollige pluizebollen.
Heerlijk lichtgevend geel uitlopend blad in het vroege voorjaar. Het ziet er kwetsbaar uit maar loopt bij weer en wind krachtig uit. De plant stoelt snel uit en kan op den duur gedeeld worden en natuurlijk wilt u her en der deze lekker gele voorjaars toef. De bloemen komen in wolkachtige pluimen als het haar van de componist waar altijd bij wilde haren aan gerefereerd wordt. Een favoriet van Roger.