Een hele fijne sterke cultivar en nette plant met groot donkergrijs blad dat ook intact blijft bij ongunstig weer.
De bloemknoppen zijn roodachtig en steken daardoor scherp af tegen het grijze blad.
Bijzonder sterk en goed voor tuin en keuken.
Wit bloeiende salie is een compacte plant, iets minder hoog dan de rest.
Niet alleen erg aantrekkelijk, maar ook heel lekker voor bij de pasta.
Ze bloeit zeer rijk en lang en als de bloemetjes zijn uitgevallen blijven de groen160-gele calyxen nog lang sierlijk.
Je snoeit ze na de bloei (geduld, het houdt een keer op) diep terug, dan blijven ze lekker vol.
Salvia ringens is een half verhoutende plant uit de Balkan waar ze tussen 500 en 1300 meter groeit. Op de berg Olympus komt ze voor tot 1900 meter.
Ze heeft gelobt bodembedekkend blad en tot 80 cm lange elegante bloeistengels die daar ver bovenuit steken met tot 4 cm grote bloemen.
Lastig te fotograferen en zeer bijzonder: Blad dat de bodem bedekt en en zeer lange luchtige stengels met grote bloemen.
Een super salie die naar de Goden reikt.
In bloei en vooral na regen, onder vochtige omstandigheden geurt ze sterk. Ze wordt dan ook geteeld voor de geurstoffen in mannen parfums, echt een mannengeurtje. Ooit merkte iemand terecht op dat de geur op die van keukenmeidenzweet lijkt. Vroeger was ze ook een ingrediënt in Muscat, een zoete wijn. Tweejarig, dus plant ze een winter voordat ze bloeien of vroeg in het voorjaar.
Prachtig tot diep in de herfst.
Een weinig spectaculaire plant maar extra leuk als vergeten keukenkruid vanwege de nootachtige smaak van het fijne blad.
Ze blijft bloeien met kleine borstelige bolletjes indien tijdens de bloei terug gesneden.
Het decoratieve blad bevat veel vit. C en kan ook worden gebruikt als sjabloon om poedersuiker op bijvoorbeeld een cake te strooien.
Een bijzondere onbekende vorm van bonenkruid met een verfijnd zoutig citroen-aroma. Geweldig als keukenkruid bij wat zwaardere gerechten zoals peulvruchten. Leg er ook een voorraadje gedroogd van aan want gedroogd is de smaak bijna nog beter.
Zeer rijk en lang sierlijk bloeiend in witte wolken.
Heerlijk en sierlijk in een.
Een zeldzame inheemse plant die vooral voorkomt op droge zandgronden in combinatie met Thymus pulegioides. Ze is geliefd bij bijen en hommels en waardplant voor de apollovlinder (die alleen in de bergen voorkomt) en de in Nederland zeer zeldzame wolfsmelkuil.
De Nederlandse naam is afgeleid van het Franse 'triquemadame'.
Een oersterke, makkelijke plant die veel wordt gebruikt op groendaken. (ook op onze bijenstal) Eetbaar, bijvoorbeeld in salades.
Geen citroentijm, maar wel een zeker zo sterk naar citroen geurende bonte siertijm. Dus ook prima voor keukengebruik.
Fris geel-groen glanzend blad dat in de winter zelfs een beetje rood kleurt.
Geelbont, zodat je ogen je neus kunnen waarschuwen; citroen recht vooruit!
Best heel lekker ondanks de roddel over de tuinman en overspel als opmaat naar haar vondst.
Een platte, kruipende vorm van citroentijm die bijzonder rijk bloeit en geurende vaste tapijtjes maakt.
Nog nieuw voor ons, mogelijk identiek aan een soort met een andere naam die we wel goed kennen, want zo gaat dat vaak.
En het wat knullige plantjeslatijn bij ontvangst doet vermoeden dat er mogelijk enige verbastering heeft plaatsgevonden.
Heel verrassend, die sterke karwijgeur van deze. De plant groeit plat en bouwt zich een beetje op als een heuveltje.
De naam herba-baronne komt van the baron of the beef, vrij vertaald 'het lendestuk van het rund' verwijzend naar de traditionele toepassing van dit kruid. 'Caraway' is een toevoeging die niet echt nodig is, dit is de originele vorm en de geur is overduidelijk.
Makkelijk, pittig, heerlijk en ook geschikt voor vegetariërs.
Deze het sterkst van allemaal naar citroen geurende tijm is officieel geen citroentijm. De geur is precies die van citroenverbena of verveine (Aloysia triphylla).
En die ruikt meer naar citroen dan citroen zelf naar citroen geurt.
Sterk en makkelijk, zeer vol en bossig groeiend.
Vooral die Goddelijke geur is onovertroffen.
In de verte op lavendel lijkende geur. Vandaar de volksnaam.
Compacte groei in een klein hoekig bolletje dat mooi vol blijft in het hart
Driehoekig blad als bij T. carnosus en T. camphoratus maar dan wat fijner.
Kan net als citroentijm wat last hebben van strenge vorst.
Bijzonder zeldzaam en geurig.
Deze heerlijke bijzondere geur ben ik wel vaker in het wild tegengekomen in zuid Frankrijk: sinaasappel met een vleugje badedas kun je het noemen.
Wel meer iets voor heilzame verkwikkende thee met wat honing, dan in gerechten.
Het blad is grijs-groen.
Fris en fruitig in ieder geval.
Heerlijk en rijk bloeiend.
Bijzonder geschikt voor keukengebruik.
Sterk lijkend op Thymus vulgaris 'Compactus' maar met een iets mooiere uniform ronde compacte habitus en wellicht ook wat welriekender.
Voor de professionele tijm kweker en tijm gebruiker.
Dit is je professionele keukentijm.
Deze kwam uit Spanje verbasterd tot ons als; Thymus faustini en bleek volledig winterhard.
Het is de recent ontdekte kruising uit de streek van Murcia van waarschijnlijk T. mastichina subsp. mastichina met T. granatensis subsp. micranthus en dat is een spannende combinatie.
Vooral de matig winterharde mastichina is heerlijk en bijzonder van geur.
De geur van tomillo maakt mij gelukkig.
In Engeland wordt Tulbaghia, Society Garlic genoemd. Knoflook mag zich hierdoor vereerd voelen want we hebben het over een zeer edele plant. Het sierlijke blad met crème strepen in de lengte ruikt als knoflook. De lilaroze bloemen zijn fruitig geparfumeerd en verschijnen de hele zomer op lange stelen. Makkelijke potplant, mooi eetbaar alternatief voor Agapantus. Tulbaghia violacea komt uit Transvaal. Bij ons net niet winterhard, dus voor de zekerheid wel in de garage overwinteren.
Echte wasabi, eindelijk mogen we die na jaren gerucht ook hier aanbieden.
Die groene tubes voor je sushi, dat heeft hier helemaal niets mee te maken. Dat is nep. Echte wasabi is een sensatie. Je koopt er een speciaal peperduur raspje voor.
Het is niet een plant voor iedereen. Ze vereisen een beschutte standplaats, liefst een koude kas, schaduw en veel vocht.
Niet scherp, maar heerlijk zoet, mild en romig, dat is de echte. Ook het blad en de bloemen mag je eten. De wortel vergt 2 seizoenen. (Mits je niet te veel blad snoept.)
Deze 'Szechuanpeper' komt wild voor in het oosten van de VS en Canada en is dus zeer winterhard. Het is een scherp gedoornde, kleine boom of meerstammige struik met fijn geveerd blad.
De vruchtjes zijn, net als bij Zanthoxylum piperitum, zeer scherp en prikkelend van smaak. De indianen kauwden er op tegen tandpijn. Tegenwoordig is het een geliefd keukenkruid. Ik ben er niet dol op, maar ik vind het fantastisch dat er een peper is die je zelf kunt kweken.
Dit is hem dan, de echte Szechuanpeper. De schilletjes van de zaden geven een tintelende scherpe smaak met een vleugje citrus. Ik ben geen hele grote fan omdat ik niet vaak Aziatisch kook, maar vele anderen zijn dat wel. Misschien heb ik te zeer een mediterrane inslag. Het jonge, naar citrus geurende, blad wordt in Japen gegeten als groente. Peper uit eigen tuin is hoe dan ook fantastisch.
De zaden rijpen in augustus - september.
Had ik de scherpe doorns al genoemd?