Een klassike donker gentiaan-blauwe en vrij lage vorm van de kruising van D. elatum x D. grandiflorum.
Best langlevend, mits tijdig geknipt na de eerste bloei.
Je mag ze dus ook naar hartenlust knippen voor de vaas.
Deze ouderwetse planten zijn zwaar ondergewaardeerd omdat tuiniers nu eenmaal bij voorkeur in het voorjaar kwekerijen en tuincentra bezoeken. Laat bloeiende planten worden daarom veel te zelden aangeplant.
Het zijn betrouwbare, makkelijke planten die extreem laat nog bloeien.
Eigenlijk vooral vanwege de onweerstaanbare naam en omdat we nu eenmaal een anjertje horen te hebben.
Het is een heerlijk rijk bloeiend, geurend dwergje uitgroeiend tot een compact heuveltje. Geen problemen dus met lange kaal wordende stemgels waar de pluimanjers vaak last van hebben. Je kunt er ook een vrolijke pot mee te vullen.
Een klein lief ruikertje.
In Nederland is deze soort zeldzaam en beschermd. In de buurt van Amsterdam kom je ze nog wel tegen.
Ze komt meer voor in midden en zuid-oost Europa. Ze stond vaak in kloostertuinen vanwege haar medicinale eigenschappen en voor gebruik bij de bereiding van zeep.
Een leuke zeldzame heemplant.
Deze botanische anjer komt wild voor in de Karpathen; Roemenië, Moldavië en Oekrainë.
Ze vormt een kussentje met leuk gefranste witte bloemetjes die soms een rood kransje in hun hart hebben.
Ze is zeer winterhard.