Je raad nooit wat we hebben meegenomen van Sardinië: Een wilde peen.
De schermen van deze tweejarige plant zijn gigantisch.
Je moet ze nu planten om volgend jaar ook van die geweldige reuzenschermen te hebben.
De echte liefhebber verzamelt natuurlijk zaad, hoewel ze prima kunnen. spontaneren.
De moestuinier gaat het zaad op een zetten om er woeste wilde penen mee te kweken.
Een spectaculaire nieuwkomer die zich nog wel een beetje moet waarmaken in weer en wind. Dat zal geen probleem zijn vanwege de geringe hoogte.
Delphinium is meestal standvastig deze zal dat ook zijn.
Gevulde bloemen met een appelgroen hart. Zacht en wollig, best stoer en apart maar lieflijk tegelijk
Nog een gevulde dus alleen daarom al heel bijzondere nieuwe. Niet te hoog dus stevig.
Voegt een nieuwe dimensie toe aan Delphinium.
Na de eerste bloei knippen geeft ook hier herbloei.
Een doorbraak, spectaculair inderdaad.
Dit sterke type ridderspoor is zeer standvastig. Zeker als je ze na de eerst bloei in juni terug knipt. Ze gaan dan nog een keer bloeien, vaak tot oktober.
Niet te hoog, dus redelijk stevig rechtop staand. Zeeblauw met een witte bij.
Een kleur zo geurig als een zonnige zondagochtend.
Een goede gestekte vaste in een elfenkleur.
Na de eerste bloei diep terugknippen voor herbloei en vooral standvastigheid.
Zet je plantsteunen erbij voor de eerste storm en geniet met volle teugen.
Een koele bries.
Een klassike donker gentiaan-blauwe en vrij lage vorm van de kruising van D. elatum x D. grandiflorum.
Best langlevend, mits tijdig geknipt na de eerste bloei.
Je mag ze dus ook naar hartenlust knippen voor de vaas.
Ouderwetse rotsvaste laatbloeiers die vergeten worden omdat bijna iedereen tegenwoordig in het voorjaar of de zomer planten koopt.
Dit is een diepteinvestering van formaat die heel lang mee gaat.
Je kunt oude pollen af en toe delen.
Lekker laat.
Deze ouderwetse planten zijn zwaar ondergewaardeerd omdat tuiniers nu eenmaal bij voorkeur in het voorjaar kwekerijen en tuincentra bezoeken. Laat bloeiende planten worden daarom veel te zelden aangeplant.
Het zijn betrouwbare, makkelijke planten die extreem laat nog bloeien.
Hoewel het in oktober rustig wordt op de kwekerij beginnen deze schatjes dan pas aan hun hoogtepunt. (Komen jullie soms alleen voor de bloemetjes?)
Ze bloeien uitbundig en zijn uitstekend winterhard. behalve voor wat kleur in je late border kunnen ze ook prima in de vaas.
Roze met een zachte zilveren zweem, helaas niet goed zichtbaar op de foto.
Een beetje ouderwets meer wel lekker.
Deze Engelse cultivar uit 1942 is niet alleen ouderwets en oud, maar ook onuitroeibaar. Dendranthema zijn zeer winterhard en standvastig.
De zonnetjes van 'Mary Stoker' maken vlinders en mensen blij met het allerlaatste vleugje warmte van het jaar. Ze verkleurt van zacht oranje naar warm geel.
Je kunt ze in huis halen als snijbloem maar nog liever laten staan om er buiten van te genieten samen met onze gevleugelde vriendjes.
Inheems gras, maar dan een bijzonder goede selectie.
'Bronzeschleier' bloeit wat donkerder en later dan 'Goldschleier' en houdt heel erg veel langer die mooie uitgebloeide aren vast.
Een van de meest natuurlijke kleine siergrassen.
Je weeft die korenkleur door de lucht boven de planten waar ze bij hoort.
Grassen maken van je combinatie iets vanzelfsprekends waarschijnlijk omdat elke natuurlijke vegetatie gras bevat.
Dit zijn heerlijke beige wolken, maandenlang, als het meezit tot diep in de winter. In de tussentijd laat je er van alles bovenuit piepen.
Zet er bijvoorbeeld eens een flinke Kniphofia of hoge Digitalis tussen.
Inheems, sterk en makkelijk.
Eigenlijk vooral vanwege de onweerstaanbare naam en omdat we nu eenmaal een anjertje horen te hebben.
Het is een heerlijk rijk bloeiend, geurend dwergje uitgroeiend tot een compact heuveltje. Geen problemen dus met lange kaal wordende stemgels waar de pluimanjers vaak last van hebben. Je kunt er ook een vrolijke pot mee te vullen.
Een klein lief ruikertje.
Toen we dit lang geleden in Great Dixter de eerste keer zagen waren we verslagen, betoverende klokjes bloemen aan ijle stengels uit een pol gras. De engelse naam is: Angels Fishing Rod en vrij vertaald is dat: engel-hengel, een zeer toepasselijke naam.
Uit Zuid Afrika, dus tijdens strenge winters met wat stro of sparrentakjes afdekken goede drainage helpt ook.
Elfachtige vliegertjes op een rij.
Diezelfde betoverende klokjes bloemen aan ijle stengels die uit een pol gras lijken te komen. Maar dan dus smetteloos wit.
Uit Zuid Afrika, dus voor zurige grond en tijdens strenge winters met wat stro of sparrentakjes afdekken goede drainage helpt ook.
De puur onschuld engel-hengel.
Dierama is een betvernd geslacht uit Zuid Afrika. Ze zijn bij ons op het randje winterhard en vereisen dus een niet al te kalkrijke beschutte plek in de zon.
Het blad is smal en lang en de bloemsteeltjes zijn bijna onzichtbaar zodat het lijkt alsof de bloemen boven een graspol zweven.
Ze houden niet van zeer droge grond. Van nature groeien ze in vochtig grasland, maar dat is, zoals gezegd, in Zuid Afrika.
Met grote trots kondigen wij eindelijk weer eens aan: deze vegetatief vermeerderde vaste en doorbloeiende Digitalis.
Deze kruising van Digitalis lutea x mertonensis is aardig standvastig. De planten vertakken sterk en blijven de hele zomer bloeistengels maken met smalle abrikoos-roze klokken die overal bij passen en terloops van de combinatie een sprookje maken.
Een doorbloeiende vaste voor een droge plek in de volle zon.
Glanzend donkergroen blad, ook in de winter.
De plant is een bewuste kruising van D. lanata x D. grandiflora 'John Innes Tetra' met D. laevigata uitgevoerd in 1995 door Heather Wilson, in Stroud, Gloucestershire. Na jarenlange proeven werd ze in 2005 voor het eerst aangeboden in Engeland.
Een spannende plant met een bijzonder warme kleur.
Veel kruidendokters denken dat het geneesmiddel wel uit de bekende tweejarige zal worden gewonnen. Maar de vaste lanata bevat 4 x zoveel werkzame stof dan D. purpurea. Deze wordt dan ook grootschalig aangeplant voor productie van digitaloine, een op het hart werkzaam medicijn. Het lijkt me fantastisch zo'n veld een keer te mogen zien want ze is gruwelijk mooi. De bloem is bolrond vooral wit met mokka en een grote witte onderlip, van binnen bruin getekend.
Een vaste plant, maar kortlevend.
Een heerlijke mediterrane weefplant die niet alleen vast is, dus een paar jaar blijft leven, maar zich ook nog speels en niet hinderlijk uitzaait.
Lange smalle aren met heel veel kleine citroengele bloemen.
Ze staan tussen mijn Salie, Santolina en lavendel.
In Zuid-Frankrijk kwam ik dit schatje regelmatig tegen, maar ze zijn ook in Nederland, hoewel zeldzaam, inheems.
De oranje-gele bloemen, zijn innemend van kleur vooral.
Met een struikvormige groeiwijze, de enige bijna heester in het geslacht. Een van mijn favorieten, maar helaas niet altijd helemaal op z'n gemak in ons vochtig klimaat.
Voor een warme zonnige standplaats, dus goed te combineren met lavendel.
Hoe warm deze ook kleurt, dat vleugje roze is er niet uit weg te slaan.
Iedereen is het met ons eens over deze, je kan niet anders dan er van houden.
De dichtbezette kaarsrechte toorts produceert zoals de naam belooft eindeloos veel kleine mokka bruine bloemen.
Het blad heeft fijne zilveren randjes. Geweldig in je mediterrane border, tussen de lavendels en ook echt betrouwbaar vast.
Een sprookjesplant.
Heel gewoontjes misschien voor sommigen; een zuiver wit met maar weinig vlekjes, tweejarig vingerhoedskruid. Maar ik geniet er nog steeds erg van.
Ze staat bekend als geneeskruid, maar mocht je ze net als ik alleen maar nodig hebben om er van ver van te genieten, dan kan dat dus gerust.
Ze zaaien zich zelf uit als ze op de juiste plek staan.
Digitalis is een van de eerste geslachten die we omarmden in onze 30 jarige zoektocht naar de allerbeste droomplanten. Ze zijn meestal vast maar kortlevend. Deze is steriel, maakt dus geen zaad en bloeit daardoor extra lang. Op droge doorlatende grond zou ze ook jarenlang moeten kunnen leven. Het is de kruising die David Tristram maakte van twee van onze favorieten: D. obscura x D. grandiflora, de kleur zit er tussenin. De vertakkende bloemstengels heeft ze van D. obscura.
Deze kruising van Digitalis purpura x Digitalis grandiflora hoort meer thuis in de schaduw en heeft ondanks haar kleur ook niet echt een mediterrane uitstraling. In het Engels wordt ze wel strawberry foxglove genoemd en haar kleur 'crushed strawberry'. Rob Leopold introduceerde speciaal voor deze plant de fruitige kleur 'watermeloen' en citeert daarbij de zaad koning Jelitto met zijn 'Himbeerrosa'.
Eetbaar zijn ze niet.
Soms zijn ze meerjarig.