Voor de afwisseling eens aan iets wilder wildemanskruid dan de gebruikelijke ouderwetse zaairassen.
Deze planten zijn ook gezaaid dus de kleur kan variëren van dat bijzonder maan-blauw tot donker paars, heel soms wit.
Deze soort komt wild voor in Europa, Russland, China, VS en Canada. Het is de nationale bloem van Finland.
Zuiver witte bloemen in het vroege voorjaar, zo rond Pasen een soort mijlpaal.
De zaden ontstaan in heerlijk warrige pluizen waar de plant nog lang sierwaarde aan ontleent.
Ze mogen graag in een soort rotsplant omgeving groeien.
Wit wildemanskruid is helemaal pluis.
Deze is veel verfijnder dan de andere Pycnanthemum, met haar smal geveerd blad.
Kleine knoopachtige witte bloemen in clusters, de hele zomer
dit is geen muntsoort, maar ze heeft wel een munt-geur.
Het geslacht Pycnanthemum werd vroeger tot de Mentha gerekend.
Een amerikaanse bosrandplant met heerlijk zilveroplichtend topblad.
Een van de beste vlinderplanten die er zijn!
Bovendien heerlijk geurend.
Het blad kun je vers kauwen, of je kunt er thee van maken.
De eerste keer dat ik deze plant met paars gespikkelde witte bloemen en smal grijzig blad uit het zuiden van de VS zag stond er een bordje bij met: Origanum viride. De bijen uit een nabijgelegen korf vlogen er massaal op, zo'n bevlogen plant zag ik daarna nooit meer.
De groeiwijze lijkt inderdaad op die van marjolein. Het is ook een ex-munt: vroeger heette ze Mentha pilosum.
Die muntgeur blijft en wordt na drogen zelfs nog sterker.
Nashiperen zijn zelfbestuivend, ook 'Hosui' doet dat prima. De opbrengst zou echter groter zijn wanneer je verschillende rassen bij elkaar plant.
De vruchten rijpen in sepotember, ze zijn zoet en redelijk bewaarbaar. 'Nijisseiki' staat bekend als een goede bestuiver voor 'Hosui'.
In de herfst kleurt het blad fel oranje.
'Hosui' is zeer productief en heeft relatief grote vruchten.
We zijn grote liefhebbers van wilgbladige peren. Onze tuin staat er vol mee.
Vanwege hun zilverkleurig lang smal blad lijken ze een beetje op olijven. Ze zijn handig en gezellig omdat ze klein blijven. Hun bloesem in fijn voor bijen en nuttige insecten. De peertjes blijven klein en stellen weinig voor. Ook de vogels kijken er bij ons niet naar om.
Meest bekend is var. pendula met afhangende takken. Dit is de meer opgaande vorm met wat groener blad, verder is er weinig verschil