Deze is opmerkelijk compact en sterk uitstoelend.
Een super dwergvorm met een felle kleur.
Kleiner kan niet, in geen 1000 jaar.
Dus hiermee zit je voorlopig goed als het kort moet zijn.
Ik vind hem vooral zo stevig.
Een tamelijk donkere jongen. Die misschien wat snel verbloeit.
Daarvoor compact en zeer rijk bloeiend, want die dingen gaan vaak samen.
Knippen zorgt wel voor herbloei.
'Plumosa' zoals ze meestal wordt genoemd heeft bloemaren die zo gevuld zijn dat de bovenkant van de plant een grote bordeauxrode dot bloemen is. Feitelijk zien we niet de bloemen maar de schut-, de kelk en de steunblaadjes.
Graag zo zonnig mogelijk en droog planten. Het zusje van deze, 'Schwellenburg', is iets meer opgaand en losser vertakkend, minder zwaar gevuld.
Het zusje van 'Pußtaflamme'. De bloemen zijn minder zwaar, wat losser waardoor ze veel beter rechtop staan. Verder lijken ze nogal op elkaar.
Een zeer fijne en bruikbare kleur.
Plezant pluizig purper uit de Oost-Europese steppes.
Een nieuwe zeer lage die enige gelijkenis vertoont met 'Marcus'.
Ze zijn rijk en goed her-bloeiend.
Het is een verbetering van een verbeterde, uit een Amerikaans proefstation.
Serieuze concurrentie voor 'Marcus'.
Een donker dieptepunt.
Tot voor kort was 'Marcus' uniek als mini Salvia. Maar er nu is er ook deze dwerg in aangenaam roze uit purperen stengels en knoppen.
Bijzonder compact en laag. Een echte randjesplant.
Een geweldig dieptepunt zeg maar.
De trend is dwergvormen sinds Salvia 'Marcus' een groot succes werd.
Wij snappen dat niet precies, maar dit is er weer een.
Ik ben zelf dol op stoere planten, maar in een kleine tuin of kleine border wil je wel eens een randje vullen met lekker laag spul.
Daarvoor is deze sensationeel perfect.
Gedroomde oplossing.
Heel leuk en opmerkelijk, deze zeldzame vorm met een sterk gekroeste bladrand en licht grijs blad.
Teruggevonden in Hongarije in de tuin van vrienden die hem van mij hadden.
Gebruik ze ook in je tomatensus!
Volgens mij is dit Salvia lavandulifolia. Ook na discussie met de vinder en naamgever Dr. Hans Simon, die veel respect verdient, blijf ik daarbij. We zijn samen met de zaklamp de donkere tuin van conferentieoord Grünberg in getogen om het te verifiëren.
Net als Salvia lavandulifolia dus: Heerlijk van geur en prima voor culinaire toepassing.
Je kunt beide zonder zaklamp bewonderen in onze lange zonnige salieborder.
Een bontbladige klassieker met romig geelgroen gevlekt blad. Ze wordt gemakkelijk mooi gevonden als randbeplanting langs een zonnig pad.
Ook prima geschikt voor keuken gebruik. Misschien iets zachter van smaak dan de gemiddelde gewone salie.
Meer een bladplant dan een bloeier.
Een dwergsalie met smal zeer zilver blad. Fantastisch fijne bossige en compacte plant.
De smaak is ook geweldig, zeer sterk en geconcentreerd.
Bovendien best makkelijk bloeiend.
Mijn liefste salietje.
Een hele fijne sterke cultivar en nette plant met groot donkergrijs blad dat ook intact blijft bij ongunstig weer.
De bloemknoppen zijn roodachtig en steken daardoor scherp af tegen het grijze blad.
Bijzonder sterk en goed voor tuin en keuken.
Wit bloeiende salie is een compacte plant, iets minder hoog dan de rest.
Niet alleen erg aantrekkelijk, maar ook heel lekker voor bij de pasta.
Ze bloeit zeer rijk en lang en als de bloemetjes zijn uitgevallen blijven de groen160-gele calyxen nog lang sierlijk.
Je snoeit ze na de bloei (geduld, het houdt een keer op) diep terug, dan blijven ze lekker vol.
Wat we tot nu toe kenden als 'Oxford Blue' komen we tegenwoordig veel vaker tegen onder deze naam. Verder zien we geen verschil. Het is eigenlijk de oervorm van Salvia patens die onder verschillende namen opduikt.
Over 'Oxford schreef ik:
Reusachtige bloemen in het betoverendste blauw dat er is. Diep, heel diep donker marine blauw.
Naar verluidt gevonden door Piet Oudolf, als kruising tussen 'Amethyst' en 'Tänzerin'; beide niet de minste. Ik heb Piet dat zelf helaas nooit horen bevestigen.
Wel bewezen is uit onomstreden onafhankelijk onderzoek dus hoe dan ook correct:
Spectaculair grote bloemen en zeer rijk bloeiend.
Diep donker paarsblauw en explosief bloeiend in juni. Kan daarna nog tot november wat af en aan nabloeien.
Knippen stimuleert de herbloei wat minder bij deze. Maar baat het niet dan schaadt het ook niet.
Salvia ringens is een half verhoutende plant uit de Balkan waar ze tussen 500 en 1300 meter groeit. Op de berg Olympus komt ze voor tot 1900 meter.
Ze heeft gelobt blad en tot 80 cm lange elegante bloeistengels met tot 4 cm grote bloemen.
Om bij ons goed door de winter te komen heeft ze doorlatende grond nodig.
Salie die naar de Goden reikt.
Ik dacht heel even dat we hier met de vaste Salvia macrosiphon te maken hadden. Maar dit is toch echt een witte scharlei. Dientengevolge ook even tweejarig maar wel best goed zelf uitzaaiend.
Soms staat ie drie jaar later opeens weer te pronken, want het is een super beauty.
Die dikke knoppen alleen al.
Het speervormige blad is in het voorjaar donker purper en komt als een pijl uit de grond. De diep blauwe bloemen zijn heel sprekend. Ze vormt rijk en lang bloeiende grote pollen. Knip eventueel af en toe wat uitgebloeide aren weg.
Een van onze allereerste Salvia soorten, mede grondlegger van mijn liefde voor het geslacht.
Ze is prima winterhard.
Een forse snelgroeiende en rijk bloeiende plant. Het blad is geurig, de bloemen zijn blauw met een witte vlek. Ze houdt zich lang staande maar kan aan het eind wat steun nodig hebben. Over de winterhardheid ontstaan soms discussies, maar ik kan er kort over zijn, bij ons in een normale winter probleemloos, soms raak je ze kwijt. In het wild staan ze op vochtige plekken. Ons land voldoet kennelijk prima. Misschien is er in de achterhoek en het noorden van het land wat winterdek van bladeren nodig.
Sinds een aantal jaren zijn er een aantal selecties in omloop van deze leuke lange wapper uit Zuid Amerika. Dit is een dwergje met diezelfde witte vlekjes in het hart van de bloem.
De winterhardheid van de soort is 'besproken' maar lijkt de laatste jaren geen thema meer.
Gevonden door Ewald Hügin, dan weet je dat het een goeie is.
Extra volle purperpaarse bloeistengels maken 'Purple Rain' een verbetering van de inheemse wilde vorm. Ze is infertiel, zet dus geen zaad. Dat betekent dat de plant langer en rijker en ook wat indrukwekkender bloeit. De wilde vorm is nogal overijverig met uitzaaien wat al dan niet storend gevonden kan worden.
Het regent hier dikke bloemen.
Wij zijn net als iedereen al jaren erg enthousiast over deze vondst van onze lieve vriend Frank Fischer. We hebben veel te lang gewacht, maar hier is ze dan.
Bij introductie in 2008 was het een spectaculaire kleurdoorbraak. De wat losse, stakerige groei werd voor lief genomen.
Misschien moet er nog aan verbeterd worden, maar ze blijft heerlijk.
Half winterhard, dus best in pot.
De bekende 'Schneehügel' moet volgens de Duitsers eigenlijk 'Adrian' heten en dat stimmt uiteraard. Maar het blijft even aangenaam zuiver wit.
Tot de grond terugknippen voor je op vakantie gaat, voor herbloei bij terugkomst.
Voor een toefje wit.
Deze luchtige reus is kleinbloemig, violet blauw met een witte onderlip aan purperen stengels,
Botanisch dichter bij Salvia pratensis dan bij nemorosa wat zich uit in de natuurlijke onschuldige groeiwijze en weelderige bloei.
Anja heet Oudolf van achteren.