Bloeirijke, donkere in Joegoslavië wild gevonden selectie van onze inheemse grote wilde tijm.
Bossig kruipend met groot glanzend, donkergroen blad en lange bloeiaartjes.
Als inheemse soort op zijn plek en vanzelfsprekend heel makkelijk, ze verdraagt zelfs wat schaduw.
Tijm zonder kapsones, eetbaar, maar niet echt lekker, wel prachtig.
Deze gewone inheemse kruiptijm hebben we maar weer eens gezaaid. Dat levert lekker volle wat variabele planten op.
Een gemakkelijke plant voor droge zonnige plekjes.
Je kunt ze laten verwilderen, eventueel ook in een arme kalkrijke grasberm zoals die van ons.
Deze staat ook op het groendak van de bijenstal op het hoogste punt van onze kwekerij.
Gekregen onder een andere naam maar gecorrigeerd naar het bovenstaande. (sorry)
In deze groep is naamgeving nog een rommeltje; aanleiding tot veel discussie. Het geslacht is nog volop in beweging. Ik raak er ook regelmatig van in de war.
De bloemetjes zijn klein en diep purper-roze van kleur en talrijk. Met z'n allen maken ze er een hoos van, behalve bloemen zie je dan niets.
Een sterke, groeikrachtige, bladhoudende, bodembedekkende kruiper.
Een nieuwe kruiptijm uit zaad met een wat fellere kleur dan de originele wilde.
Licht geurend en volledig plat groeiend.
Makkelijk spul mits het stevig vriest.
De platte uitvoering van 'Elfin', hoewel ook deze zich uiteindelijk in een bolletje omhoog kan stuwen.
Deze klassieke fijne kruiptijm, of looptijm. is een trage groeier met klein nauwsluitend blad. Een goede en betrouwbare strakke bodembedekker voor de volle zon.
Compact en plat, sterk.
Wollig, diep olijfkleurig blad en een feestelijke hoos van opvallende fris roze bloemen in juni.
Probleem kan zijn; de overdreven rijke bloei. Bij ongunstig (nat) weer willen ze zich nog wel eens bijna kapot bloeien.
Maar meestal herstellen ze zich prima na een regen opdoffer.
Bloemenfeest dus.
Als deze bloeit is het blad onder de bloemen niet meer te zien. De sneeuwwitte bloemen hebben liever niet te veel regen, dat is logisch.
Gelukkig voor de naar nectar zoekende insecten is deze schoonheid goed vast.
Als het weer een klein beetje meevalt is dit rijkelijk sneeuw voor de de zon.
Vermoedelijk is dit een zeer oude cultivar uit 1914 van Six Hills Nursery. Maar in al die jaren wil wel eens wat verwisseld worden.
Dus we houden de aanduiding vaag.
Donkergroen blad en donkerroze bloemen. Sterk en betrouwbaar. In de winter kleurt het blad antraciet.
Vroeg en bijzonder rijk bloeiend.
Zeer plat.
In de verte op lavendel lijkende geur. Vandaar de volksnaam.
Compacte groei in een klein hoekig bolletje dat mooi vol blijft in het hart
Driehoekig blad als bij T. carnosus en T. camphoratus maar dan wat fijner.
Kan net als citroentijm wat last hebben van strenge vorst.
Bijzonder zeldzaam en geurig.
Zowel voor de keuken als voor de tuin. Veel compacter en aromatischer dan de gewone gezaaide wintertijm, het blad is stevig en een beetje dikvlezig.
Een heerlijk, net bol struikje.
Een van de beste voor keukengebruik.