'Stephi' is een recente, vrij compacte introductie die rijk bloeit in een heerlijke dromerige kleur.
Ze heeft net als Perovskia een mediterrane uitstraling en wordt ook veel in mediterrane beplantingen toegepast ook al zijn beide van oorsprong Aziatisch.
Knip ze net als Buddleja en Perovskia in het voorjaar diep terug. Verder heb je er geen omkijken naar.
Deze 'mediterrane' plant komt oorspronkelijk uit Oost Azië. (Mongolie, China, Korea, Japan). Ze is recent verhuist van de familie Verbenaceae naar Lamiaceae.
Deze van Liss Forest Nursery heeft aangenaam zilver grijs blad zodat ze als laatbloeier het hele jaar aantrekkelijk is. In 2008 op Plantarium onderscheiden met een zilveren medaille.
Je mag ze in het voorjaar diep terugknippen.
Tamme kastanje komt van nature voor in Zuid Europa, N.W. Afrika, van Marokko, tot Pakistan. Gekweekt worden ze vooral in de Ardèche en op Corsica. In Nederland zijn ze ingevoerd door de Romeinen.
Ze vormen een goede vroege bron van stuifmeel voor wilde bijen en andere insecten. De vruchten zijn rijk aan eiwit en zetmeel. We eten ze graag met spruitjes.
Het hout is zeer duurzaam en wordt speciaal gekweekt voor palen en hekwerk.
Ze groeien aanvankelijk traag maar kunnen uiteindelijk heel oud en hoog worden.
Nou ja zeg; witte rode valeriaan.
Gewoon een vergeten bloem voor je witte border.
No nonsense plant die in alle tuinsferen past.
En bovendien heel mediterraan, zonaanbiddend en insektenvriendelijk.
Zo'n feestelijke ouderwetse plant waar heel veel mee kan. Ik zag ze voor het eerst lang geleden groeiend op een muur in Zuid Frankrijk. Je kunt ze laten verwilderen in een berm maar ook in een prairie of gewone border doet ze goed mee.
Het blad is rauw en gekookt eetbaar, de wortel kan in soep.
Herontdekt zeg maar.
Uit de sinaasappel familie, die eigenlijk de wijnruit familie heet, deze smalbladige geur bom. Het gaat hier vooral om de geurende bloemen.
Een beetje vorst gevoelig, dus in zeer strenge winters iets afdekken.
Snel groeiend, makkelijk.
Combineren met de grote Salvia guaranitica.
De meeste Cistus soorten komen van nature voor op zure grond. Deze troffen regelmatig aan in kalkvegetaties onder andere in Zuid Frankrijk en Noord en Zuid Spanje. Dat is goed nieuws omdat onze bodems over het algemeen kalkrijk zijn, zeker hier in Zuid Limburg.
Ze heeft een compacte groeiwijze, heerlijk beige-grijs blad en bloemen van feestelijk roze crêpe-papier.
Cistusrozen zijn ideale kustplanten, ze verdragen wind uitstekend en hebben het liever niet al te koud in de winter. Ze hebben een voorkeur voor zure grond. In ons sortiment alleen de wat winterhardere soorten die kalk verdragen.
CIstus creticus blijft laag en heeft licht grijs-goen blad met een golvende rand en intens roze bloemen vroeg in het voorjaar. Winterhard tot ongeveer -12oC.
Snoeien; niet of meteen na de bloei.
Een kreukelig lief eendagsbloemetje dat strak trekt in de loop van de dag en tegen de avond uitvalt. En dan de volgende dag weer nieuwe kreukels. Elke dag een verse vlucht bloemen, dat is Cistus.
Dit is een van de soorten waar de hars traditioneel van gewonnen wordt. De laudanum waar een van de drie koningen mee bij kindeke Jezus op kraamvisite ging.
Groengrijs blad, zomer en winter.
De sterkst geurende Cistus.
Het blad is plakkerig van de geurige hars.
Je ruikt ze meters in de omtrek vooral op een warme zomeravond.
Wij weten dat we thuis zijn als we dit ruiken.
De bloemen zijn erg groot, maar dat hindert niet.
Deze Cistus komt van nature voor zowel op zure als op kalkrijke gronden. We zagen haar in de buurt van Nice, in de
Pyreneeën, bij Barcelona en in Zuid Spanje. Ze staat ook al zeker 15 jaar in onze tuin.
Het is een wat rommelige struik met lang smal donkergroen blad en enkele witte bloemetjes met een geel hart. Het blad is plakkerig van de geurige hars.
Haar naam is afgeleid van 'Montpelier'.
Over deze en andere Cistus bestaat veel verwarring. Ze worden vaak veel groter dan wordt beweerd en je kunt ze niet kort houden met snoei, want dan bloeien ze niet. Ook wordt vaak onterecht beweerd dat ze van kalk houden, want dat doen mediterrane planten nu eenmaal.
Dit is met 1,5 tot 2 meter een forse bladhoudende struik voor een beschutte standplaats. Het blad is groot en gerimpeld.
Hoewel we de plant die we 20 jaar geleden kregen inmiddels kwijt zijn voordat we er veel ervaring mee konden opdoen proberen we het nog een keer met deze zeer diverse soort. Het is niet de meest winterharde in ons sortiment. Geef haar dus een beschutte standplaats. Een beetje schaduw zou ze verdragen, maar in de zon bloeit ze nog rijker.
Saliblaadjescistus.
Deze kruising van C. x canescens met vermoedelijk C. laurifolius gevonden door J. E. Sammons lijkt sterk op C. argenteus 'Peggy Sammons' maar heeft kleiner blad. De bloemen zijn zacht zalmroze en 5 tot 6 cm groot. Ze verdraagt tot -15oC en neutrale of licht kalkhoudende grond hoewel ze liever wat zuur staat.
Erg rijke bloeier met een lichte neiging tot zichzelf quasi dood bloeien.
Onze favoriete Cistus, vernoemd naar het ouderlijk huis van collega John Coke, het huis ook waar de eigenaar van rederij White Star Liner vernam van het zinken van zijn Titanic. Bijzonder goed doorbloeiend, doorgaans winterhard met mooi glanzend spits donkergroen blad.
Het is een in de Languedoc spontaan voorkomende kruising, voor neutrale of licht kalkhoudende grond.
Doorbloeiend tot de eerste vorst. December is dus haalbaar.
Die feestelijke rode lampionetjes zijn de knoppen aan rode bloemstengels waar de zuiver witte bloemen uit vlinderen.
Het donkergroene ruwe blad en de compacte struikvorm geven de plant daarna blijvende waarde.
Deze kruising van; C. populifolius x salviifolius heeft de winter van 2010 nipt overleefd.
Zo'n 12 jaar lang daarvoor was ze bij ons probleemloos winterhard. Inmiddels staat ze al weer 5 jaar.
Gedurende anderhalve maand verandert dit monster in een grote witte berg. Na 8 jaar mag je rekenen op 3 x 3 m. Als een extra strenge winter er tenminste geen eind aan maakt. Beschut planten dus.
Dit is een van de weinige Cistus soorten die snoei verdragen.
Groot langwerpig, lichtgroen gekroesd blad.
Perfect ronde zelf vullende bolvorm.
Een handzame struik met zuiver witte bloemen van 5 centimeter doorsnee en fijn smal blad.
Een van de meest winterharde en meest rijk bloeiende. Het is een kruising van Cistus laurifolius met Cistus monspeliensis.
Cistus laurifolius is altijd goed voor dat beetje extra vorstbestendigheid in een kruising.
De kleinste die wij kennen. Zeer kleine, maar even talrijke bloemetjes en klein fijn blad. Bij ons worden ze niet groter dan 30 cm.
De kruising van C. salviifolius x C. inflatus.
Ze zijn niet zo standvastig als Helianthemum maar wel zeer leuk.
De nog net geen Helianthemum Cistus.
Grijsgroen blad met een licht gekrulde rand, meer breed dan hoog uitgroeiend. Het hoogtepunt van de bloei ligt in juni, maar tot de eerste vorst zijn er altijd wel wat bloemen.
Dit is een natuurlijke hybride, een spontane kruising, ontstaan in Zuid Frankrijk. van C. albidus x C. crispus. In Nederland wordt Deze ook wel als C. crispus 'Sunset' aangeboden.
Geef ze geen kalk.
Een heerlijke betoverende spetterende kleur hebben deze tot 9 cm grote bloemen.
Voor ons een fantastische aanwinst uit 2007, waar ik meteen zo veel mogelijk van ben gaan stekken.
Het wordt op den duur een forse struik.
Die kleur is echt waanzinnig, maar wat worden ze snel groot die schatjes.
Dit een kleine zachtroze licht geurende kruising uit de buurt van Montpelier.
Ze is minder kalk tolerant en staat graag op goed doorlatende grond.
Het langwerpige blad is grijs-groen.
Als het warm genoeg is kan ze ontzettend explosief bloeien.
Je verwacht het niet, ik was tenminste verbaasd toen ik ze voor het eerst in Zuid Frankrijk in het wild tegenkwam. Ze komen wild voor van Zuid Frankrijk tot de Oekraïne. 'Royal Purple' is een ouderwetse plant, eentje uit mijn jeugd. Gewoontjes, maar ook heel speciaal met haar wolken miniscule bloemetjes die de struik volledig kunnen verbergen.
Ouderwets makkelijk ook.
'Imperial Star' is een doornloos professioneel ras van het type 'Green Globe'.
Het is ontwikkeld voor vroege oogst en koude resistentie.
De 11 cm grote glanzend groene knoppen blijven goed gesloten, zijn zachtvlezig en hebben een milde zoete smaak.
Inheems gras, maar dan een bijzonder goede selectie.
'Bronzeschleier' bloeit wat donkerder en later dan 'Goldschleier' en houdt heel erg veel langer die mooie uitgebloeide aren vast.
Een van de meest natuurlijke kleine siergrassen.
Je weeft die korenkleur door de lucht boven de planten waar ze bij hoort.